Video

Wil vreest komst van mestfabriek in Roosendaal: 'Wij wonen straks in de stank en dat willen we niet'

11 maart 2019 om 18:27
nl
Je zal maar tegenover een mestfabriek komen wonen. Wil Vermeulen is bang dat deze nachtmerrie werkelijkheid wordt. "Alle mest uit het oosten van het provincie wordt hier straks verwerkt", zegt hij. Al jaren wonen Wil en zijn vrouw op bedrijventerrein Borchwerf langs de A17 in Roosendaal. De gemeente heeft een vergunning afgegeven voor de bouw van een mestfabriek aan de overkant van de snelweg. Een besluit dat Vermeulen met de Werkgroep Biomineralen probeert aan te vechten via de Raad van State.
Geschreven door

De mestfabriek wordt gebouwd op zo'n tweehonderd meter afstand van een wijk waar honderden mensen wonen. De fabriek moet 150.000 ton mest per jaar gaan verwerken. Iets wat Wil Vermeulen totaal niet ziet zitten. "Wij zitten straks in de stank en daar hebben we absoluut geen zin in." 

Bekijk de video en lees daarna verder.



'Wij zitten straks in de stank'

De gemeente Roosendaal wist dat het plan gevoelig lag bij de inwoners, maar had niet de mogelijkheid om de vergunning te weigeren. "In de vergunning zijn, juist vanwege deze zorgen, strenge voorwaarden opgenomen", schreef de gemeente eerder in een persbericht. 

"We zijn bang voor besmettingsgevaar en vooral voor de gigantische stankoverlast", aldus Vermeulen. "Als je stront over weg gaat vervoeren en je gaat het daarna drogen, dan gaat het stinken. Het is niet anders als thuis: het stinkt!"

Strenge geurnormen
"Ik denk dat ze er helemaal niets van merken", reageert ondernemer Lodewijk Burghout. Hij zegt dat zijn mestfabriek Biomineralen aan heel strenge geurnormen moet voldoen. "Het is echt niet zo dat je elke dag denkt: wat stinkt het hier!"

Burghout begrijpt de zorgen van de omwonenden. "We willen proberen als goeie buur het beste te doen voor de omgeving. Mensen mogen van ons verwachten dat wij permanent onze impact op de omgeving zo klein mogelijk houden."

Minder beesten

Toch ziet Vermeulen het plan absoluut niet zitten. "De provincie moet het aanpakken bij de bron. En die bron is: minder beesten." Het verkleinen van de Brabantse veestapel is natuurlijk niet iets wat op zeer korte termijn kan worden waargemaakt. Daarom heeft Vermeulen ook een andere oplossing.

"Ze zouden deze fabriek op het industrieterrein van Moerdijk kunnen plaatsen", oppert Vermeulen. "Daar zijn ze van harte welkom en hebben ze energie en ruimte tot hun beschikking. Er is één of ander onderliggend belang waardoor men daar niet naartoe gaat, maar gekozen heeft voor deze proeflocatie in Roosendaal."

Organische componenten verbranden

Voorlopig is de komst van de mestfabriek nog onzeker. Burghout verwacht dat de Raad van State rond de zomer een besluit neemt. "We gaan echt niet volgende week al bouwen. Met de huidige vergunning zal de bouw pas ergens in 2020 starten", vertelt Burghout.

"We zijn nog aan het kijken naar de mogelijkheid tot een samenwerking met het naastgelegen afvalverwerkingsbedrijf Suez. Als zij de lucht uit onze luchtwassers zouden verbranden, dan worden alle organische componenten verbrand en stinkt het niet meer." Volgens Burghout zou dit een ideale oplossing zijn en hoopt hij dat de gemeente en provincie hieraan mee willen werken. "Zodra we daar nieuws over hebben, informeren we de buurt als eerst."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.