Eindhoven heeft te weinig geld om misdaad te bestrijden, 'Criminelen worden oppermachtig'
Jorritsma maakt graag de vergelijking met een voetbalelftal. “We spelen Champions League als het gaat om criminaliteit, alleen kan ik maar zeven spelers opstellen. Dat betekent dat als ik heel goed ben, ik wel eens een wedstrijd win, maar heel vaak verlies je”, aldus de burgemeester.
Hij maakt zich dan ook grote zorgen. “We hebben heel veel gedoe met ondermijning, spookbewoning, noem maar op. Alles wat ze in grote steden hebben, dat hebben wij ook. Alleen moet ik het doen met één hand op mijn rug. De afstand tussen de criminele wereld en de overheid wordt steeds groter. Zij worden oppermachtig. Ze hebben weinig te duchten van mij.”
Criminelen van de toekomst
Naast het hard aanpakken van de criminaliteit door het Openbaar Ministerie (OM) vindt de burgemeester dat er veel meer op zogenoemd flankerend beleid moet worden ingezet.
“Het merendeel van de overvallen wordt gepleegd door minderjarigen tussen de 12 en 16 jaar oud. Dat vraagt om flankerend beleid op het gebied van jeugdeducatie. Hoe kun je voorkomen dat je een snotneus van 13 op die leeftijd al kwijt bent? Als we daar als samenleving niet in investeren dan worden dat de criminelen van de toekomst. Dat is geen rol van de politie of het OM, maar dat moeten wij doen. Maar daar verliezen we toch echt terrein.”
Het financiële tekort heeft onder andere te maken met hoeveel geld er uit Den Haag naar Eindhoven gaat. Dat is te weinig, vindt de burgemeester. “Het is in Nederland heel onevenwichtig verdeeld. Wij zijn de eerste economie van Nederland. We hebben in 2018 bijna 5 procent economische groei laten zien. Daar verdient heel Nederland aan. De uitkeringen die wij krijgen, zijn niet gerelateerd aan het economische verdienvermogen van deze regio. En dus moeten we sleuren om onze voorzieningen in stand te houden.”
Buurtgericht werken
Op het gebied van veiligheid is Jorritsma aangewezen op buurtgericht werken. “We hebben nu even de focus op oud-Woensel. Maar dat betekent dat ik mensen in het centrum moet weghalen. Ik heb immers maar zeven spelers. Als er morgen ergens een probleem is, moet ik de mensen weer weghalen in oud-Woensel. En zo rijd ik een rondje door de stad.”
Dus doet de burgemeester nog maar eens een oproep aan Den Haag. “Ik denk ik op een soort grammofoonplaat lijk. En daarom mijn klemmende beroep in de richting van Den Haag. Je kunt ons niet in de kou laten staan.”