Steeds meer honden en katten sterven na dierproeven: Charles River in Den Bosch het actiefst
Uit cijfers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) blijkt dat in 2016 656 honden werden gebruikt als proefdier. In 2017 waren dat er al 909. Bij katten is ook een stijging te zien: in 2016 werden 89 katten gebruikt voor experimenten, in 2017 waren dat er 200. Dat komt neer op een stijging van bijna 50 procent.
Terwijl het kabinet pleit voor minder dierproeven, zijn in 2017 en 2018 voor bijna vijfduizend honden en ruim tweeduizend katten langlopende proefdiervergunning afgegeven.
Dierproeven dodelijker
De dierproeven worden daarnaast steeds dodelijker: in 2017 stierf de helft van het aantal honden dat gebruikt werd als proefdier. Van de katten overleefde een op de drie de proeven niet.
Charles River grootste gebruiker
Het commerciële proefcentrum in Den Bosch is het actiefst als het gaat om dierproeven met honden en katten. Het centrum ontving eind 2017 een vergunning om 2600 honden en 750 katten over een periode van vijf jaar te gebruiken. Dat schrijft het AD.
In een verklaring zegt Charles River dat dierproeven een essentieel onderdeel zijn van het ontdekken van nieuwe medicijnen en therapieën. Proeven zijn daarnaast verplicht om nieuwe stoffen op de markt te brengen.