De Supertoll van Tijs: een windvlaag door het Van Abbemuseum
Tijs Rooijakkers beheerst een ambachtelijke truc. Met zijn stoomoven kan hij hout zo bewerken dat hij het kan buigen. Alle duizend planken van Supertoll heeft hij zo behandeld. Ze krijgen daardoor allemaal iets dansends.
Het begint met een paar planken onder in de toren. Het is het begin van een lijn die uitkomt bij een grote tol die uit samenklonterend hout lijkt te bestaan en die daarna uitdunt in de richting van het dak.
De Supertoll heeft al een jarenlange geschiedenis. vooral in de Eindhovense wijk Woensel. Tijs praatte daar met buurtbewoners en liet ze hun eigen gedachten en ideeën op de planken schrijven.
'Vallen, opstaan en weer doorgaan," schreef Gerdien Schuring. Ze zit in een rolstoel en noemt het haar levensmotto. "Ook als gehandicapte kan je nog een heleboel doen. Niet kijken naar wat je niet kan, maar uitzoeken wat je wél kan."
De grootste ooit
Een kleinere versie van de Supertoll verrees zo eerder in Woensel en later in Het Oog, een kleinere tentoonstellingsruimte in het Van Abbe. Nu staat de grootste versie ooit van Supertoll in de vijfentwintig meter hoge toren van het museum. Architect Abel Cahen bedacht die toren ooit om kunstenaars tot iets groots uit te dagen.
Tijs is er blij mee. "Ik ben een gelukkige kunstenaar".