Bossche boulders kunnen straks zonder al te veel risico klimmen en vallen in eigen hal
De plannen waren er al langer maar richtten zich aanvankelijk op een echte klimhal. "Maar boulderen is niet hetzelfde als het traditionele klimmen", legt Adri Groenendaal uit. "Boulderen is veel toegankelijker. Je hebt geen kennis van touwtechnieken of zekeren nodig, omdat je bij boulderen geen touwen gebruikt. Iedereen kan boulderen." Vallen is nagenoeg zonder risico, omdat de hele vloer vol matten ligt.
Adri Groenendaal wilde eind jaren negentig al een klimhal opzetten in Den Bosch, maar die kwam nooit van de grond. Met de boulderhal had hij meer succes. Andere klimmers uit Den Bosch zetten samen met hem de schouders onder de nieuwe hal.
Vincent de Boer is een van hen. Onder zijn verantwoordelijkheid veranderde een voormalige meubelopslag in De Rietvelden in een grote open hal met een fors aantal klimmuren. "We hebben heel veel binnenmuurtjes weggehaald en het plafond wat verhoogd zodat het nu voor het boulderen de optimale hoogte heeft."
Puzzelen om verder te komen
Maarten Bijl is een andere klimmer die vanaf het begin betrokken is bij de boulderhal. "Ik ben ooit begonnen als klimmen met touwen maar na een paar jaar overgestapt op boulderen. Het is veel speelser en afwisselender. Hier moet je steeds puzzelen om weer verder te komen."
Bossche Boulders noemen ze zichzelf en zo heet ook de boulderhal. Vijfenveertig vrijwilligers hielpen mee om de hal vorm te geven. Maandag mochten ze een paar circuits testen en dat leverde enthousiaste reacties op. Maar iedereen is vooral blij dat Den Bosch nu eindelijk ook een boulderhal heeft.
"Ik ben jarenlang het hele land rondgereden om een keer per week te kunnen boulderen", zegt Adri Groenendaal. De sport zit behoorlijk in de lift en dat zal volgend jaar nog meer toenemen als boulderen een olympische sport wordt.