Rico Verhoeven eist gevecht tegen Badr Hari: 'Anders verleng ik mijn contract niet bij Glory'
Dat stelt de wereldkampioen in gesprek met het AD. Volgens de berekeningen van Verhoeven, mag Hari -die nu nog geschorst is wegens verschillende dopingzaken- in december weer vechten. "Iedereen wil dat tweede gevecht tussen ons. Toen ik Badr een keer sprak, alweer twee jaar geleden of zo, zeiden ook wij tegen elkaar dat wij allebei dat tweede gevecht willen. Ik heb dat tweede gevecht van Glory gewoon nog tegoed en nog niet gekregen. Dit is wat ze mij moeten leveren.”
Tekst gaat verder onder de Instagram-post.
En Verhoeven heeft nog al wat ijzers in het vuur om dit gevecht te eisen bij de kickboksorganisatie. Zo vocht Verhoeven in september vorig jaar zijn laatste wedstrijd, maar nog belangrijker: in december 2018 liep zijn contract af bij Glory en dat is nog steeds niet verlengd.
Eerst plannen, dan praten
Het contract van Hari werd onlangs wél verlengd. "Maar ondertussen is dus wel mijn contract afgelopen”, vervolgt Verhoeven. "Dus het is nu zo: Badr heeft bijgetekend, dus het is nu aan Glory om een gevecht tegen Badr in december te realiseren. Pas als het gevecht is gepland, praat ik met Glory over verlenging van mijn contract. Zo simpel is het. Ik wil eerst tegen Badr vechten en pas daarna komen anderen aan de beurt."
Vechtorganisatie Glory kan op dit moment niet reageren op de kwestie, omdat men nooit mededelingen doet tijdens onderhandelingen. Directeur sport Cor Hemmers laat wel weten dat Badr Hari inderdaad weer in december mag vechten en dus ligt de optie voor de rematch open.
Tekst gaat door onder de Instagram-post.
In december 2016 vochten beide grootheden voor het eerst tegen elkaar. In het Duitse Oberhausen moest Hari tijdens de tweede ronde opgeven wegens een gebroken arm. Volgens Verhoeven wacht iedereen op de rematch. "Dit is waar wij vechtsporters voor leven: ik, Badr, trainers, dit zijn Champions League-finales. Glory heeft gezegd dat ze het gaan bespreken. Wij wachten af en voelen ons ondertussen vrij met andere organisaties verder te praten.”