Mannen wilden nonnen beschermen tegen rovers en daarom richtten ze 775 jaar geleden een gilde op
"We zijn een vooraanstaand gilde, hier in onze kring, maar ook in Brabant", zegt tamboer en dekenschatbewaarder William van den Berk. Hij is de zoon van Piet en kreeg het gilde al met de paplepel ingegoten. "Als we optreden en we stellen ons op met onze trommels, dan is er pure trots. De mensen komen graag kijken en vinden het leuk."
Lees verder onder de foto.
Nonnen beschermen tegen gespuis
Dit weekend viert het gilde groot feest in Nuenen. Maar helemaal zeker van hun oprichtingsjaar 1244 is het gilde nog niet. "Het vermoeden is er wel", zegt erehoofdman Piet van den Berk. Het gilde zou het oudste zijn van Nederland. "Vroeger heeft tussen Nederwetten en Breugel een nonnenklooster gestaan. De nonnen waren allemaal van adel, maar ze konden geen adellijke man vinden. En dus werden ze naar het klooster gestuurd."
Om het klooster te beschermen, werd er een gilde in het leven geroepen. "Vroeger liep er ook veel gespuis rond", zegt Piet van den Berk. "Die kwamen graag bij het klooster wat roven. Daar zijn op een gegeven moment beschermers voor gevraagd. En dat waren waarschijnlijk mannen uit Gerwen."
Lees verder onder de foto.
Roofridder
Onderzoek doen naar het verleden van het gilde valt niet mee. "In 1500 was er een roofridder die heel Gerwen platgebrand heeft", zegt Van den Berk. "Er is toen veel van het gilde verloren gegaan."
"Nu hebben we bij het gilde een jonge knaap met een mooie titel die flink bezig is om nog meer uit te zoeken. Waarschijnlijk hebben we een roemrucht verleden", grijnst Van den Berk.
Het oudste bezit van het gilde is een stuk perkament uit 1600, waar het reglement opgeschreven staat. "We hebben ook nog een boekje waar reglementen in geschreven staan, dat komt uit 1700 ongeveer."
'Op sterven na dood'
Dat het Heilig Kruis Gilde de respectabele leeftijd van 775 jaar heeft bereikt, is niet vanzelfsprekend. Na de oorlog ging het slecht met het gilde. "Het was op sterven na dood", zegt Van den Berk. "Er zijn toen jonge mannen geweest in Gerwen die lid zijn geworden en het gilde nieuw leven in hebben geblazen."
Lees verder onder de foto.
De jongens verkochten een stuk grond, wat eigenlijk niet mocht. Ze kochten er nieuwe kleding, trommels en vendels van. "Zo is het gilde weer tot leven gekomen en één van de beste gildes van Brabant geworden. Ons tamboerkorps behoort al sinds jaar en dag tot de top."
Een modern gilde
Het Heilig Kruis Gilde houdt van tradities, maar wil ook graag met de tijd mee. "Vroeger mochten er geen vrouwen bij het gilde", zegt Van den Berk. "Dat was bijna een doodzonde. Maar tegenwoordig zijn ze van harte welkom. Bij dit gilde worden ze volledig gildezuster, ze kunnen koning worden, keizer, elke functie binnen het gilde kunnen ze bekleden."
Het gilde telt nu vijf vrouwen. Een van hen is bazuinspeler en kruisboogschutter Riekie Polman. Pas in 2001 mocht ze lid worden van het gilde, nadat ze een jaar eerder Nederlands kampioen kruisboogschieten werd. De mannen stemden over haar. "Dat was heel spannend, want een paar stemmen tegen en het was einde verhaal."
Lees verder onder de foto.
Gelukkig had het gilde een hoofdman die er heel graag vrouwen bij wilde hebben. Intussen voelt Riekie zich helemaal thuis in het voormalige mannenbolwerk. "Alleen zouden we graag nog meer vrouwen bij het gilde willen. We hebben er nog maar vijf."
Volgens Riekie is de saamhorigheid groot binnen het gilde. Dat merkte ze vooral toen haar man overleed. "Hij was gildebroeder. De mensen van het gilde hebben me overal doorheen getrokken. Als er iets gebeurt, zijn we er voor elkaar."
Lees verder onder de foto.
De schoonheid van vendelen
Het gilde is niet alleen op zoek naar meer vrouwen, maar ook naar vendeliers. Riny Bunthof zwaait al met de vlag sinds zijn vijftiende. "Het zit echt in de familie. De beweging van het vendelen is zo mooi. Het is eigenlijk bedoeld om boze geesten te verdrijven."
Moeilijk is het niet volgens Riny. "De grote kunst is het evenwicht van de vlag vinden, want er zit een koperen bol aan de stok als tegengewicht. Als je dat eenmaal door hebt, is het niet zo moeilijk."
Lees verder onder de foto.
Bij de tijd blijven
Piet van den Berk is een van de oudste gildebroeders, hij is al zestig jaar lid. "Als erehoofdman profiteer ik vooral", lacht hij. "Ik hoef niets meer te doen en ik word boos als ze me ergens vergeten voor uit te nodigen."
Piet denkt dat er nog een lange toekomst ligt voor het gilde. "Maar dan moeten we wel bij de tijd blijven. Tradities zijn belangrijk, maar je moet ze een nieuw jasje geven. Het gilde is een mooie club, we zijn broeders en zusters."