Anthony Lurling hangt zijn scheenbeschermers nu echt aan de wilgen: 'Het is goed geweest zo'
Lurling stop nu dus op 42-jarige leeftijd als voetballer. De oud-speler van onder meer FC Den Bosch en NAC is komend seizoen de trainer van FC Engelen. We belden met Lurling om het te hebben over zijn laatste wedstrijd als voetballer.
Ha, Anthony. Hoe was het om vanochtend wakker te worden met de gedachte dat je geen voetballer meer bent?
“Dat is toch wel apart. Al heb ik mijn afscheid vorige week al gehad, toen we de laatste competitiewedstrijd speelden. Maar gisteren, toen de scheidsrechter de wedstrijd affloot, ging het wel meteen door mijn hoofd dat dit echt de laatste keer was. Al verwacht ik dat het echte besef na de zomer zal komen, als de voorbereiding begint. Men zegt wel eens dat een gestopte voetballer zijn voetbalschoenen aan de wilgen hangt, maar dat klopt eigenlijk niet. Mijn voetbalschoenen trek ik nog wel eens aan, mijn scheenbeschermers gebruik ik nooit meer.”
Anthony Lurling over het amateurvoetbal:
Ja, die scheenbeschermers. Die draag je al zestien jaar. Ga je ze nu inlijsten?
“Haha, die scheenbeschermers waren in de kleedkamer ook al een ding. Die gasten keken me wel raar aan in het begin, maar ik heb niks met die scheenbeschermers van nu, met zo’n gek sokje. Deze heb ik in 2004 bij FC Den Bosch gehad en die waren gewoon prima. Goed is goed. Maar ik heb nog geen idee wat ermee gaat gebeuren. Bij FC Engelen hangen al wel twee gedragen wedstrijdshirts en ook nog voetbalschoenen van mij. Je zou dus kunnen zeggen dat die scheenbeschermers daar wel goed bij zouden passen. Zou ik wel grappig vinden.”
En wat was nou mooier: je profcarrière of die laatste drie jaar bij FC Engelen?
“Als kleine jongen droom je natuurlijk van het profvoetbal en dat was ook echt geweldig. Bijna 600 wedstrijden gespeeld, waaronder Champions League-wedstrijden en de Super Cup met Feyenoord tegen Real Madrid. Daar zullen veel jonge kinderen van dromen. Maar ook mijn drie jaar bij FC Engelen had ik voor geen goud willen missen.”
Tekst gaat verder onder de tweet.
Hoezo niet?
“Omdat het profvoetbal en amateurvoetbal zo verschillen van elkaar. Daar moest ik ook echt aan wennen in het begin. Ik at zondagochtend nog standaard een bord spaghetti als ik ’s middags moest spelen met FC Engelen. Maar op een gegeven moment stond ik daar naar een paar gasten die volgens mij net de kroeg uit kwamen. Toen heb ik ook tegen mezelf gezegd: ‘Eet in het vervolg maar gewoon een broodje.’ Alles bij elkaar is het nu goed geweest zo.”