Zaten er in de verf met chroom-6 die van treinen werd geschuurd meer zware metalen, wil raad weten
Bijstandsgerechtigden moesten tussen 2004 en 2012 treinen schuren in opdracht van de gemeente. Een aantal deelnemers aan dit tROM-project is ziek geworden door het kankerverwekkende chroom-6 dat ze hebben ingeademd. Ze schuurden vaak zonder bescherming. Er werd niet naar ze geluisterd en naar veiligheid werd niet goed gekeken.
B en W zeiden maandagavond dat ze de meerwaarde niet inzien van extra uitleg door onderzoeksinstituut RIVM over andere metalen. Wethouder Lahlah: "Het RIVM zegt dat er onvoldoende informatie is over de samenstelling van de verf. Verffabrikant Akzo Nobel zegt dat recepten van de verf er nu niet meer zijn. Ook wat er in de geschuurde stof zit, is niet te achterhalen."
Spoorwegmuseum
Maar de gehele gemeenteraad denkt daar anders over. Er zouden volgens Henk Denissen van de LST nog steeds oude treinen in het Spoorwegmuseum zijn die de originele samenstelling van de verf hebben, waardoor er monsters genomen zouden kunnen worden. De wethouder zei toe dat te gaan onderzoeken.
Het college van Tilburg moet van de gemeenteraad ook meer doen om er voor de toekomst de veiligheid te waarborgen in de gemeentelijke organisatie. Een gebrek aan veiligheid heeft ervoor gezorgd dat er binnen het tROM-project zoveel mis kon gaan. De raad wil dat dat niet meer kan gebeuren. Er zouden regelmatig metingen gehouden moeten worden en de raad wil daarover ingelicht worden.
De gemeenteraad verwierp een motie om meer bestuurders en betrokkenen te spreken die door de onafhankelijke commissie chroom-6 niet zijn gehoord.
Tijdens de raadsvergadering werd ook duidelijk dat veel slachtoffers van chroom-6 moeten bewijzen dat ze bij het project gewerkt hebben. Henk Denissen van Lijst Smolders Tilburg: "De bewijslast moet andersom zijn." Wethouder Marcelle Hendrickx gaf hem daarin gelijk en zei dat ze hierover gaat overleggen met de onafhankelijke commissie die het geld uitkeert.