Breda wil derde kunststad van Nederland worden: 'Hier worden talenten gekoesterd'
Van de belangrijkste kunststeden in ons land staat Amsterdam bovenaan, op de voet gevolgd door Rotterdam. "Noem mij een andere stad dan Breda die de derde positie kan innemen", vraagt de directeur. "En leg mij uit waarom wij dat niet zouden kunnen."
Kunstacademie kostbaarste bezit
Breda heeft al sinds 1947 de kunstacademie St. Joost, waar veel beeldende kunstenaars zijn opgeleid. Tot 1993 zat deze academie midden in de stad, waarna die verhuisde naar een voormalig klooster aan de zuidkant van Breda. "Eindhoven en Tilburg hebben geen kunstacademie en dat is juist het kostbaarste bezit van een stad. Er zijn heel veel steden die in de schoenen van Breda willen staan. Hier wordt nagedacht over beeldende kunst en worden talenten gekoesterd en opgevoed."
Deze zomer zet het museum in Breda koers richting die derde plek op de ranglijst. Tot en met 29 september presenteert Stedelijk Museum Breda actueel werk van liefst 37 beeldend kunstenaars die een relatie hebben met Breda. Ze wonen in de stad of hebben er nog nauwe banden mee.
Kunstenaar enthousiast
Kuilman maakte de selectie van de kunstwerken op basis van ervaringen en ontmoetingen in de afgelopen twee jaar. "Wat je merkt, is dat kunstenaars die uit Breda zijn verhuisd, nog altijd enthousiast reageren als je ze opbelt om over de tentoonstelling te vertellen. Dan vinden ze het allemaal leuk en belangrijk dat we dit doen en zijn ze onmiddellijk bereid hun beste werk op te sturen."
De naam van de expositie verwijst naar Raketstart vanuit de Bredase binnenstad (1965), een tekening van de wereldberoemde Bredase kunstenaar Pieter Laurens Mol. Hij maakte zijn tekening in een periode van dromen en ambities, de tijd van John F. Kennedy en de maanlanding van Neil Armstrong.
Verbeeldingskracht en ambitie
"Wij vonden deze tekening zo symbolisch. De gedachte dat je vanuit een vrij traditionele provinciestad een raket zou kunnen afschieten die misschien ook nog wel op de maan landt. Dat is de verbeeldingskracht en de ambitie waarmee wij als museum deze tentoonstelling hebben gemaakt." To infinity en beyond dus? Kuilman: "Het liefst nog verder."