Tientallen Brabantse kinderen gaan niet naar school vanwege ‘levensovertuiging’ ouders
Aan de ouders van deze kinderen worden geen eisen gesteld, zo hoeven ze bijvoorbeeld geen lesbevoegdheid te hebben om hun kinderen thuis te onderwijzen: “We hebben geen enkel zicht op deze kinderen”, aldus critici.
Den Bosch (tien keer) en Moerdijk (acht keer) vallen op door het hoge aantal uitgedeelde vrijstellingen. Veel ouders die zo'n vrijstelling aanvragen, willen hun kind liever zelf thuis lesgeven. ‘Unschooling’ wordt het vaak genoemd. De aanhangers van deze theorie keren zich tegen het reguliere onderwijs. Op social media zijn diverse groepen actief met mensen die elkaar adviseren over unschooling.
Volkomen legaal
De leerplicht geldt in principe voor alle kinderen van 5 tot 18 jaar. Er zijn verschillende redenen waarom ouders een vrijstelling van de leerplicht kunnen krijgen. Bijvoorbeeld als het kind een rondreizend bestaan leidt of te ziek is om naar school te gaan. In die laatste categorie hebben we er in Brabant 686.
Maar ook als je als ouder geen school kunt vinden die bij je levensovertuiging past, is een vrijstelling zo geregeld en volkomen legaal. Je kind hoeft dan niet meer naar school en er hoeven geen toetsen meer gemaakt te worden. Een uitkomst voor ouders die de theorie van unschooling aanhangen.
"Sommige ouders zeggen: 'Wij zijn aanhangers van het holisme, we verklaren ons autonoom’"
‘Geen enkele vorm van toezicht’
De reden waarom dit relatief eenvoudig te regelen is, is een bepaling in de leerplichtwet uit 1969. Carry Roozemond van Ingrado, een brancheorganisatie voor leerplichtambtenaren legt uit: “De gedachte was destijds: stel, je woont als katholiek gezin ergens waar geen katholieke scholen zijn, dan kon je dankzij deze wet thuisonderwijs geven.”
Roozemond vindt de bepaling in de wet niet meer van deze tijd: “Ik zeg: schaf al die vrijstellingen af. Het is niet meer van nu.” In haar kritiek op de uit 1969 stammende wet staat ze niet alleen. “Het is heel lang geleden ontstaan, de wet is achterhaald”, zo laat de Osse wethouder Kees van Geffen weten. In zijn regio zijn acht vrijstellingen vergeven. “Ik wil als overheid wel kunnen controleren dat het kind in een goede omgeving opgroeit, dat gaat nu niet.” Dat geluid hoor je vaker: “Er is nu geen enkele vorm van toezicht, dat zouden we graag anders zien”, aldus Erwin Stander van de gemeente Bergen op Zoom.
‘Erg veel vooroordelen’
Ondertussen verdiepen veel ouders zich online in thuisonderwijs. Op Facebook zijn meerdere unschooling-groepen actief, waarin ouders elkaar adviseren over hoe een vrijstelling te krijgen, en hoe goed thuisonderwijs te geven. De redenen die ouders opvoeren om een vrijstelling te krijgen zijn uiteenlopend. Carry Roozemond: "Sommige ouders zeggen: Wij zijn aanhangers van het holisme, we verklaren ons autonoom, we erkennen geen enkele wet. Dat soort verhalen hoor je."
Suzan Put van de Nederlandse vereniging voor Thuisonderwijs noemt zichzelf atheïstisch humanist. Zelf geeft ze ook thuisonderwijs en ze kent de visie van Roozemond: “Roozemond heeft geen goede kijk op thuisonderwijs, ze heeft erg veel vooroordelen.” Volgens Put is thuisonderwijs juist een prima oplossing en krijgt haar dochter alle ruimte om zich te ontwikkelen buiten het klaslokaal, omdat ze van nature nieuwsgierig is en zelf graag op onderzoek uitgaat.
“Wetgeving daar kun je het mee eens zijn of niet, je hebt je er aan te houden.”
Atheïstisch onderwijs
Als atheïstisch humanist kon Put geen geschikte school voor haar kinderen vinden. “Je hebt wel openbare scholen, maar voor hen zijn alle levensbeschouwingen gelijk, ze dragen geen overtuiging uit. Dat wil ik niet, ik wil echt humanistisch onderwijs.”
Put moest de vrijstelling jaren geleden wel via de rechter afdwingen, want de leerplichtambtenaar ging in haar geval niet akkoord: “De ene leerplichtambtenaar is meewerkender dan de andere.”
Meewerkend of niet, als aan de voorwaarden voldaan wordt is de vrijstelling een feit. Erwin Stander van de gemeente Bergen op Zoom: “Wetgeving daar kun je het mee eens zijn of niet, je hebt je er aan te houden.”
‘Iets om je zorgen over te maken’
Carry Roozemond van Ingrado maakt zich zorgen over de kinderen van ouders die aan unschooling doen. “Er is wel eens onderzoek gedaan naar de werking van thuisonderwijs. Dat heeft niet tot versoepeling van de wet geleid, dus dan denk ik: het werkt kennelijk niet.” Ook wijst ze er op dat scholen op hun resultaten beoordeeld worden en in de gaten gehouden worden door de onderwijsinspectie. “Ik gun iedere ouder die thuisonderwijs geeft het voordeel van de twijfel. Maar twijfel is niet genoeg, je moet het zeker weten.”
“Bij iedere vrijstelling die is afgegeven hebben we geen enkel zicht op wat er met dat kind gebeurt. Zit 'ie lekker in zijn vel? Leert 'ie spelen, leert 'ie zijn weg vinden door de stad, de wijk? Sport het kind? Bij thuisonderwijs weet je niks, je weet niet eens of er wel onderwijs gegeven wordt. Dat is iets om je als gemeente zorgen over te maken."
“Bij thuisonderwijs weet je niks, je weet niet eens of er wel onderwijs gegeven wordt.”
Den Bosch scoort hoog
Omroep Brabant kreeg van het Ministerie van Onderwijs alleen het aantal vrijstellingen per deel van de provincie. We verdiepten ons ook in de cijfers per gemeente, maar niet alle gemeenten geven openheid over hoeveel vrijstellingen er vergeven zijn. Den Bosch deed dat wel, en scoort hoog als het gaat om de vrijstellingen. Voor het schooljaar 2017 - 2018 waren er tien kinderen in de stad die niet naar school gingen vanwege de levensbeschouwing van hun ouders.
Over het relatief hoge aantal vrijstellingen in haar stad wil Annelies Kok van de gemeente Den Bosch niks kwijt. "De vrijstellingen gaan om kinderen in gezinnen die we al langer in beeld hebben. Of het in verhouding veel is, laten we even in het midden."
‘Blijkbaar is de nood niet zo hoog’
Er wordt op dit moment gewerkt aan een wetswijziging, die vrijstellingen van de leerplichtwet onmogelijk maakt. In plaats daarvan zou thuisonderwijs wel mogelijk zijn, maar alleen onder strikt toezicht. Wethouder Van Geffen vindt dat een goed idee: “In het belang van het kind kun je je afvragen of zoals het nu gaat wel goed is. We moeten het wel kunnen monitoren, en nu hebben we eigenlijk helemaal niets.”
Van Geffen zou graag zien dat de wetswijziging wat sneller behandeld wordt: “Er zijn al sinds 2015 gesprekken over om dit wetsartikel aan te passen. Maar blijkbaar is de nood niet zo hoog dat het al zo ver is gekomen. Je moet proberen een maatschappelijke discussie voor te blijven, met de macht van social media zie je dat iets heel snel een hype wordt, ik denk dat het goed is om de wetgeving daarop aan te passen. Die is achterhaald, daar zijn we het over eens.” Carry Roozemond van Ingrado is het daar mee eens: “Deze ouders handelen vanuit een ideologie, ze zijn er meer dan gemiddeld mee bezig. Prima, maar dan moet er ook goede regelgeving komen, zodat we kunnen controleren.”