Als de Russen komen zit je goed in Oss: 'De atoomschuilkelder is nog helemaal intact'
Gerrit Eijsvogels is gids. Al jaren geeft hij rondleidingen in de parkeergarage. Nog steeds zijn Ossenaren met stomheid geslagen als ze horen dat de plek waar ze nu hun auto parkeren in de jaren tachtig was bedoeld als ultieme schuilplaats voor de Russische atoombom, mócht 'ie vallen.
Alleen als je heel goed kijkt, zie je de enorme betonnen deur die de ingang van de parkeergarage bij nood volledig af kan sluiten.
Wie het eerst komt, het eerst maalt
De schuilkelder is groot genoeg om er vierduizend mensen in op te vangen. "Meteen toen de kelder werd geopend in 1986 rees de vraag wie er dan wel, of juist niet in mocht. Eppo van Veldhuizen, de toenmalige burgemeester van Oss besloot toen: wie het eerst komt, het eerst maalt. Hoe dat dan in de praktijk zou gaan, dat wist niemand", zegt Eijsvogels.
Wel weet hij dat iedereen door een kleine deur de zogenoemde ontvangstruimte in moest. Een klein, betonnen hok. In de hoek staat een douche. Eijsvogels: "Dat was vooral voor de eventuele laatkomers. Als mensen al atoomstof op hun kleding zouden hebben, dan konden ze iedereen besmetten.'' Een koude douche was dan de beste mogelijkheid om schoon te worden. In een door het Rijk beschikbaar gestelde overall mocht je dan alsnog plaatsnemen bij de anderen.
Bekijk de video en lees daarna verder:
Primitief
Drie dagen zou het verblijf maximaal kunnen duren. Dus zijn er toiletten, wasgelegenheden en de mogelijkheid om babyvoeding op te warmen. Wat je wilde eten, moest je zelf meenemen. De noodrantsoenen die elke familie in die tijd op zolder had liggen.
De toiletten zijn piepklein en slechts een gordijntje zou je aan het zicht van je mede-Ossenaren onttrekken. "Een beetje primitief was het wel ja", zegt Eijsvogels. "Douchen, dat kon niet. Jezelf een beetje opfrissen wel. En zie hier! De vrouwen kregen eigen wasbakjes. Wij mannen moesten het doen met één hele grote wasbak haha!".
De atoomschuilkelder kon worden aangelegd door een enorme sloot subsidie. Omgerekend naar euro's kostte de aanleg meer dan een miljoen. Het Rijk betaalde daar het overgrote deel van. De gemeente Oss moest zelf nog ruim tienduizend euro bijdragen.
Andere atoomschuilkelders waren niet meer nodig
De overige atoomschuilkelders, die plaats moesten bieden aan alle andere Ossenaren zijn er nooit gekomen. "In 1989 viel de muur. Het einde van de Koude Oorlog. Toen waren ze niet meer nodig", zegt Eijsvogels.
Vanaf de jaren vijftig werd er al over de aanleg van atoomschuilkelders gesproken. De eersten werden rond 1970 gebouwd. Dat deze schuilkelder er nog is, vindt Eijsvogels heel bijzonder. "Hij is nog helemaal functioneel. Alle machines zitten er nog in en als het moet, is deze binnen no time operationeel.''
Mooie wijnkelders
Dit in tegenstelling tot veel andere schuilkelders. De ruimten zijn bijna overal in gebruik genomen door de bovenliggende winkels, als opslag. Dat was bij de schuilkelder in Oss ook bijna het geval. Slijterij Gall&Gall zag er mooie wijnkelders in. De gemeente Oss stak daar een stokje voor.
Eijsvogels: "Het is ook belangrijk om aan kinderen uit te leggen hoe oorlog eruit kan zien. Dat alles het hier nog doet en dus te zien is, is heel veel waard. Het zou mooi zijn als dit een modern monument zou kunnen worden.''