Bewoners zorgcentrum voorlopig nog niet terug na containerbranden: 'Alles zit onder het roet'
Het was zijn blaffende hond die Gerard vrijdagavond waarschuwde dat er iets aan de hand was in het complex. "Toen ik naar buiten ging stond alles al in de fik." Samen met de andere bewoners werd hij opgevangen in de eetzaal, terwijl zijn dochter zijn kostbare bezittingen ophaalde. Zelf mocht hij zijn appartement niet meer in omdat het vol rook stond. Gelaten wacht hij zaterdag de ontwikkelingen af. "Het is de derde keer dat er brand is in het containerhok, we zijn het dus gewend."
Lees verder onder de video.
Mogelijk brandstichting
De bewoners van Den Herdgang zijn er zo goed als zeker van dat het om brandstichting gaat. Officieel is dat nog niet bevestigd, de politie doet daar volop onderzoek naar. Overal in het gebouw hangt een doordringende rooklucht die via de gangen ook in de aangrenzende appartementen terecht is gekomen. Maar dat is niet het enige, zegt Gerda van Zuijlen. "Alles in mijn huis zit onder het roet. Je ziet het bijna niet omdat het zo fijn is, maar als je met je vinger ergens overheen gaat is die helemaal zwart."
Gerda slaapt ook zaterdag nog bij haar dochter. Ze hoopt maandag weer terug te kunnen naar haar eigen appartement. "Maar waarschijnlijk wordt het later, omdat alles nog gereinigd moet worden. "Haar twee jonge katjes zitten tot die tijd alleen in huis. "Ik heb ze net gezien, ze zijn allebei in goede gezondheid dus dat komt wel goed met die twee", lacht ze.
'Eerste doelpunt gemist'
"Ik keek naar de voetbalwedstrijd van Willem ll tegen PEC Zwolle toen de deur openvloog en ik van de politie te horen kreeg dat ik zo snel mogelijk mijn huis uit moest", zegt Wil van Hautum (74). Hij was daar vanzelfsprekend niet blij mee, zeker omdat later bleek dat hij als gevolg van de evacuatie het eerste doelpunt van Willem ll gemist had. "Maar het was voor mijn eigen bestwil. Het containerhok stond in vuur, de vlammen vlogen eruit en van het appartement erboven sprongen de ramen kapot, het ging geweldig tekeer."
Als het aan Wil gelegen had was hij die nacht gewoon in zijn eigen bed gestapt, maar zijn kinderen wisten hem over te halen om ergens anders te gaan slapen. "Toen ben ik met mijn dochter meegegaan, die is zelf op de bank gaan liggen en ik mocht in haar bed." Wil woont wat verder weg van de brandhaard, dus kan zaterdagnacht weer in zijn eigen huis terecht. "Ik ben zo gewend aan mijn zelfstandigheid, maar gisteren won de bezorgdheid van mijn kinderen het van mijn grote mond."