Jopie en Tatta uit Helmond overleefden een razzia, maar verloren hun hele familie
Acht leden van de Helmondse Sinti-familie overleefden de Tweede Wereldoorlog niet. Ze werden vergast of stierven bij dwangarbeid. Slechts twee broers overleefden, Tatta en Jopie. Jopie wist na een razzia te ontsnappen. Tatta werd door de nazi's uitgekozen voor dwangarbeid en kwam in drie verschillende concentratiekampen terecht.
De Helmondse familie Hanstein werd woensdag herdacht met de onthulling van een 'struikelsteen' op de plek waar vroeger hun woonwagens stonden aan de Scheidijk in Helmond. Ook staat er een monumentje bij. "Een heel mooie erkenning, zegt de zoon van Tatta, Wim Hanstein, die het monument zelf onthulde. "Wel laat, maar beter laat dan nooit. We hebben nu iets waar we naartoe kunnen."
Kijk hier naar de onthulling van het monument
'Mensen wisten dit niet'
"Veel Helmonders wisten wel van het woonwagenkamp", zegt Jolanda Bakker van de Heemkundekring Helmont. "Maar mensen wisten niet dat er een hele Sinti-familie was weggevoerd."
De namen van de familie Hanstein doken op in een oud politierapport, toen de heemkundekring de geschiedenis van de joodse families in Helmond ging onderzoeken. Ook voor deze families worden woensdag en donderdag struikelstenen onthuld, in totaal 21.
Vertrouwen winnen
Het kostte de heemkundekring drie jaar onderzoek om alle verhalen op te duikelen. Het verhaal van de familie Hanstein was een flinke uitdaging. "De Sinti wisten er wel van, maar praatten er liever niet over", zegt Bakker. En dus moest de heemkundekring aan de slag om vertrouwen te winnen bij de nazaten van Tatta en Jopie.
Tatta was lief en vrolijk
Wim Hanstein beaamt dat zijn vader Tatta niet sprak over zijn tijd in de concentratiekampen. "Mijn vader was heel lief en vrolijk, de familie was alles voor hem. Maar soms zag ik hem stilletjes voor zich uitkijken. Hij was alles verloren, zijn vader, zijn moeder, broers, zussen."
Tatta deelde meer met zijn kleinzoon Stephanus. "Ik was daar vaak en hoorde hem wel eens dromen. Nadat hij uit de kampen terug kwam, woog hij nog maar 30 kilo, alles was kapotgeslagen. Hij heeft wel een jaar in het ziekenhuis gelegen." Tatta moest zware dwangarbeid verrichten op een minder bekende plek, het kamp Mittelbau-Dora. Diep in het Harzgebergte werden tunnels gemaakt voor de opslag van V1 en V2-raketten.
Vergeten groep
De Sinti en Roma zijn een vaak vergeten groep oorlogsslachtoffers. Het officiële aantal in Europa ligt op 500-duizend slachtoffers, maar de gemeenschap zelf denkt dat het veel meer is. De familie Hanstein werd in mei 1944 midden in de nacht door de Nederlandse politie weggevoerd. "Veel van die politiemensen zaten na de oorlog gewoon nog op hun functies, vandaar ons wantrouwen jegens de overheid", zegt activiste Lalla Weiss bij de herdenking.
Groot gat
De nabestaanden van de familie Hanstein zijn blij met het monument en de struikelsteen. Maar het verlies van de familieleden zorgt nog steeds voor een groot gat.
"Tatta had tien broers, dat waren allemaal de beste zangers en muzikanten", zegt kleinzoon Stephanus. "Ik had nu een heel grote familie kunnen hebben, maar dat hebben we niet meer. Mijn mensen zijn weg. Ik vind het een mooie erkenning, maar blij ben ik niet."