Verder schreef en zong hij veel carnavals- en andere feestnummers, waaronder ‘Drinke tottemezinke’. Zijn eigenlijke achternaam is Termohlen. Hij was kroegbaas in het stadsdeel Ginneken en een fervent NAC-fan waar hij nog geregeld kwam. Enkele jaren geleden componeerde hij een eigen NAC-lied: 'Breda, ik hou van jou.' Het lied wordt geregeld in het Rat Verlegh Stadion of op feestjes in Breda gedraaid. Van der Molen overleed in het Amphia Ziekenhuis aan een hartkwaal.

'Hele fijne man'
“Thijs was een hele fijne man”, vertelt Ad Havermans, die hem zaterdag nog had opgezocht in het 'Amphia'. Van der Molen onderging er enige tijd geleden een open hartoperatie; afgelopen nacht overleed hij er, zo kreeg Havermans te horen vanuit het ziekenhuis. “Blijkbaar waren er geen familieleden of andere mensen, die bereikt konden worden. Maar het was wel een klap voor mij”, vertelt Havermans. Van der Molen woonde lang bij zijn moeder, zij overleed enkele jaren geleden.

Havermans: "Enkele jaren geleden kwam ik Thijs tegen. Ik werkte toen voor Breda Zuid, een omroep hier in de stad. Ik was er onder meer verslaggever en wilde hem graag interviewen. Zo hebben we een band opgebouwd en ik ben hem ook blijven opzoeken toen hij in het ziekenhuis kwam te liggen.”

'Dag meneer'
Van der Molen kwam vorig jaar voor eerst sinds tijden in de publiciteit. Hij trad in die periode geregeld op om een lied dat hij zelf had geschreven, ‘Dag meneer’, onder de aandacht te brengen. Dit was gebaseerd op het levensverhaal van Charlie, een jeugdvriend van Van der Molen. De man was veertig jaar getrouwd met Anneke, toen bij haar het noodlot toesloeg: dementie. “Het enige wat zijn vrouw nog tegen hem zei wanneer hij op bezoek kwam, was ‘hoe is het nou’ en ‘dag meneer.’ Van der Molen werd gegrepen door dit soort verhalen. Hij was sociaal en had een grote belangstelling voor de medemens.
LEES OOK: Thijs van der Molen (80) zingt over dementie, maar ‘Hilversum’ wil het niet hebben

'Geen cent gezien'
Het heeft Van der Molen altijd veel pijn gedaan dat hij en de andere leden van het jazzorkest Oh Sixteen-Oh Seven nooit een cent hebben gezien van 'Het leven is goed'. Van der Molen, eerder bij Omroep Brabant: “Ik denk dat er helemaal geen royalty’s zijn. Ik heb nooit iets gezien of gekregen. Ik heb er weleens naar gevraagd, maar het is één duistere en mysterieuze zaak.”

Over centen gesproken: Havermans weet zich nog een ontmoeting met Van der Molen te herinneren. "Hij werd eens niet toegelaten tot een bus, omdat hij geen geld op zak had. Wat overigens vaker het geval was, hij was altijd zijn portemonnee vergeten. Ik heb hem toen twintig euro geleend en dat zou hij een keer teruggeven. Ik heb er lang op moeten wachten, maar uiteindelijk heeft hij het netjes teruggeven. Zo was hij ook."