Ida kon makkelijker afscheid nemen van haar man omdat hij orgaandonor was: 'Ik ben zo trots op hem'
De helft van de Nederlanders heeft nog altijd niet aangegeven of ze donor willen zijn. Ida's man man Frank was in 1998 al geregistreerd donor. "Wij zijn toentertijd een van de eersten geweest die zich lieten registreren", vertelt ze.
Haar man Frank kreeg bijna vijftien jaar geleden voor de tweede keer een hersenbloeding en was al een week buiten bewustzijn toen toch echt die moeilijke knoop doorgehakt moest worden over het beëindigen van Franks leven.
Hersendood
"We zagen allemaal dat het niks meer ging worden. Hij lag al een week in het ziekenhuis en is is nooit meer bij bewustzijn geweest. Hij was hersendood dus wat moet je dan? Hij wilde absoluut niet aan de apparaten blijven liggen. Na de tweede hersenbloeding werd er door de arts gevraagd: 'wilt u echt doorgaan met de orgaandonatie?'"
"Dat is heftig, maar ik heb daar volmondig 'ja' op gezegd. Omdat hij het wilde. Het was zijn laatste wilsverklaring en wie ben ik dan om alsnog nee te zeggen?", vertelt ze aan Omroep Brabant.
Geen moment spijt
Dat was niet makkelijk, maar achteraf is ze ontzettend dankbaar voor het besluit van haar man. "Je krijgt na zes weken bericht over welke organen er zijn gebruikt. Dat klinkt heel cru maar voor je rouwproces maakt dat echt geen verschil. Maar nu, vijftien jaar later... je wilt niet weten hoe trots ik op Frank ben. Hij heeft zeven mensen kunnen helpen. Hij heeft zijn lever, twee nieren, twee hoornvliezen en twee hartkleppen gedoneerd. Zo leeft hij toch een beetje voort. Het klinkt misschien stom maar ik dacht toen: zo kan deze man waardig sterven."
Welbers vindt het jammer dat veel mensen zich toch niet registreren. "Volgend jaar krijg je twee brieven met het verzoek om je te registeren. Doe dat alsjeblieft, of je nou ja of nee wilt zeggen. Bij 'geen bezwaar' krijg je juist discussies aan het ziekenhuisbed. Je bent toch volwassen, je kunt toch een beslissing nemen?"