Honderd uur taakstraf voor agent die botsing met scooter veroorzaakte
De 29-jarige politieman uit Den Bosch wilde in mei 2018 in de vroege ochtend een scooterrijder aanhouden omdat die te hard reed op de Vughterweg in Den Bosch. Toen de bestuurder een stopbord, een megafoon, zwaailichten en de sirene negeerde en weigerde te stoppen, besloot de agent zijn dienstauto verderop dwars over het fietspad op de Bosscheweg in Vught te zetten.
Blijvend letsel
De scooterrijder kon de blokkade niet meer ontwijken en botste op de politieauto. De scooterrijder raakte ernstig gewond en liep als complicatie van de operaties hersenvliesontsteking op. Een deel van het letsel is blijvend.
De rechtbank gaat ervan uit dat de agent met de beste bedoelingen optrad, maar stelde dat zijn handelen levensgevaarlijk was. Bovendien ging het slechts om een snelheidsovertreding. De agent toonde zich schuldbewust en vond achteraf dat hij zijn auto op grotere afstand op het fietspad had moeten neerzetten.
De agent zei zelf al dat hij en inschattingsfout had gemaakt. "Ik had nijn auto op een grotere afstand van de scooter op het fietspad had moeten zetten zodat de scooter voldoende gelegenheid zou hebben gehad om te stoppen of om de politieauto te ontwijken."
"Hoewel ik de scooter toen niet zag, heb ik mijn voertuig naar rechts gestuurd het fietspad op waarbij ik gelijktijdig mijn voertuig heb afgeremd. Vrijwel meteen nadat ik mij met het door mij bestuurde voertuig op het fietspad bevond, hoorde ik een klap. Ik voelde mijn voertuig heen en weer gaan en ik voelde het glas van een autoruit door de auto heen gaan. Ik concludeerde dat de scooter met een klap tegen het door mij bestuurde voertuig was gereden. Toen ik uitstapte ben ik naar de voorzijde van de auto gelopen. Ik zag voor de auto de scooterrijder op de grond liggen. Ik besefte dat de scooterrijder tegen ons aan was gereden. Ik zag dat hij gewond was. Later zag ik dat de auto verder op het fietspad stond dan mijn bedoeling was."