De 'beerput' gaat open in Den Bosch: van kaken van een baby-mammoet tot een massagraf
450 opgravingen zijn er geweest de afgelopen veertig jaar. Niet alles wordt besproken in het vuistdikke boek, maar wel heel veel. De eerste stadsarcheoloog van Den Bosch, Hans Janssen, begon ermee in 1977. Hij wilde aan het eind van zijn werkzame leven graag een overzicht maken van al zijn opgravingen, maar het aantal was zo groot dat hij het niet voor zijn pensioen kon afmaken.
De huidige stadsarcheoloog Ronald van Genabeek heeft het monnikenwerk afgemaakt samen met twee anderen. “Ik wilde er nog heel erg graag de opgravingen in 2016 van de Pieckenpoort in hebben, de grootste stadspoort van Den Bosch en de vondst van een kampement van de Neanderthalers vlakbij parkeergarage Sint Jan, een aantal jaren daarvoor. Uiteindelijk werd het een overzicht van veertig jaar Bossche archeologie.
Beerputten
De historische stad Den Bosch ligt nog steeds vol met onontgonnen archeologisch gebied. Meestal verstopt onder een historisch gebouw. Maar er zijn ook veel beerputten geopend de afgelopen veertig jaar. Van Genabeek: “Wat we nu weten is dat ze vroeger eigenlijke best veel moeite deden om afval op te ruimen en af te voeren. Er werden veel beerputten en afvalkuilen aangelegd. Daar werd van alles ingegooid. Daar halen we nu nog veel moois uit”.
Een van de mooiste vondsten is volgens de stadsarcheoloog een rijk gedecoreerde bokaal uit het stadspaleis Het Keizershof, het rijkste huis van de stad. Bij dat paleis hoorde een grote beerput waarin de kan in heel veel stukjes gevonden is. Nadat hij weer helemaal aan elkaar gelijmd was, kon de archeoloog zien dat de vaas van Floris van Egmond en Margaret Bergen was. Hij werd meegegeven aan de gasten die bij hun huwelijk aanwezig waren rond 1500.
Een meer lugubere vondst, ruim besproken in het boek, werd gedaan in 2011 in het gebied waar nu de parkeergarage Sint Jan is. Van Genabeek: “Om de parkeergarage te bouwen moest jaren daarvoor een aantal bomen worden verplaatst. Bij het uitgraven van de bomen vonden ze allerlei botten. Wij ontdekten dat het een massagraf was van Franse soldaten. Zeventig skeletten, allemaal kriskras op elkaar in een kuil van drie bij vier meter.”
Het stadsarchief wist na wat onderzoek te melden dat het Fransen waren die net Den Bosch hadden veroverd en uit een militair hospitaal in de Bossche binnenstad kwamen. De meeste militairen waren verzwakt en stierven aan dysenterie. Omdat er niet genoeg plaats was op de begraafplaats werd er een massagraf gemaakt. In het boek staan niet alleen foto’s van deze opgravingen maar staan ook 3D-tekeningen waarin de omstandigheden ineens nog meer tot leven komen.
Het hele dikke boek met de meeste opgravingen van Den Bosch is wetenschappelijk verantwoord gemaakt, maar voor de gewone Bosschenaar geschreven.