Vier zeldzame wilde honden geboren in Safaripark Beekse Bergen
“Inmiddels hebben we de jongen goed kunnen zien en nakijken",vertelt dierenverzorger Mariska van Dijk. “Het gaat om drie mannetjes en een vrouwtje. Het blijft bij jongen altijd spannend hoe ze zich ontwikkelen, maar ze zien er goed doorvoed uit, dus we hebben alle hoop dat dit viertal het gaat redden." Ook moeder Imani en vader Julius doen het goed.
Afrikaanse wilde honden kwamen tot ongeveer vijftig jaar geleden voor in heel Afrika, met uitzondering van de woestijn en het regenwoud. Tegenwoordig leven ze nog maar in een paar landen en in kleine verspreide groepjes. Vermoedelijk zijn er van de 500.000 dieren die er een eeuw geleden rondliepen nog slechts 3000 in het wild over. Door de bedreigde status vallen de Afrikaanse wilde honden onder het Europees fokprogramma.
Twaalf pups
In Beekse Bergen leven nu, met de pups erbij, veertien Afrikaanse wilde honden. De laatste keer dat in Beekse Bergen wilde honden werden geboren was in 2013. Oma Tuli kreeg toen twaalf jongen. Imani was er daar één van.
Jongen worden na een draagtijd van negen weken in een hol onder de grond geboren. Na ongeveer een maand komen ze naar buiten en na drie maanden gaan de jongen mee jagen.
Geen familie
Afrikaanse wilde honden hebben grote, rechtopstaande en ronde oren en een gevlekte vacht, zijn zo’n 75 centimeter hoog en wegen tussen de 18 en 35 kilo. Ze worden door hun uiterlijk vaak verward met hyena’s, maar zijn daar niet verwant aan. Ook zijn ze, ondanks wat hun naam doet vermoeden, geen naaste familie van de huishond.
Afrikaanse wilde honden zijn heel sociale dieren. Zij delen zelfs hun eten met dieren die niet mee kunnen op jacht. Moeders met jongen of zieke dieren krijgen van de rest van de groep te eten. In de vrije natuur worden Afrikaanse wilde honden maximaal tien jaar oud. In dierenparken worden ze meestal iets ouder.