Oertijdmuseum heeft tweede dinoskelet, terwijl het eerste nog lang niet schoongemaakt is
Het Boxtelse museum is nog hard bezig met het skelet van de eerste diplodocus. "Er zitten al 10.000 manuren in en we zijn pas op de helft", vertelt paleontoloog Jonathan Wallaard. Toch is hij heel blij met de tweede langnekdino. "Het is voor ons een unieke kans om aan zo'n skelet te blijven werken."
Dat vindt Belle van Rijssen ook. De studente paleontologie is vrijwilliger in het Oertijdmuseum. "Dit is precies wat ik wil doen, waarvoor ik studeer. Het is zo gaaf om van een hoop stenen waar wat stukjes bot uitsteken een schoon en zo volledig mogelijk skelet te maken." De studente zit één tot twee dagen per week in het Boxtelse laboratorium.
Vrijwilligers
Het Oertijdmuseum heeft een eigen trainingsprogramma ontwikkeld voor de vrijwilligers die mee willen helpen: "Iedereen krijgt een doos mee om schoonmaaktechnieken te leren. Sommige manieren van schoonmaken zijn niet zo populair, maar we motiveren iedereen door ze een eigen bot te geven."
Het idee van Wallaard is dat iedereen zo een soort eigen projectje krijgt. Als het skelet af is kunnen ze het bot of de botten aanwijzen die zij schoongemaakt hebben. De vrijwilligers in het laboratorium zijn zowel jong als oud en komen veelal uit Boxtel en omgeving, maar ook uit Amsterdam bijvoorbeeld.
Niet te betalen
Zonder de vrijwilligers zou het voor het Oertijdmuseum niet te betalen zijn om de botten schoon te maken en een dinosaurusskelet in elkaar te zetten. Volgens Wallaard zijn er nauwelijks fondsen beschikbaar voor dit soort projecten. Toch hebben ze in Boxtel al een aardige collectie bij elkaar.
Ondanks de inzet van al die vrijwilligers kost het skelet nog altijd veel geld. "De opgraving, het transport en het prepareren van het skelet kost minimaal negen ton per skelet. We zijn alleen al 20.000 euro kwijt aan lijm en andere materialen om de botten bij elkaar te houden als het skelet opgezet wordt."
Schoonmaak is een cadeautje
Op een tekening wordt nauwkeurig bijgehouden welke delen van het skelet al af zijn, vertelt studente Belle. "Je weet hoe het versteende bot er straks uit komt te zien en waar het thuis hoort in het skelet."
De focus ligt nu nog even op de eerste langnekdino van twintig meter groot. "De nieuwe zou wat sneller klaar moeten zijn, want die is met zestien meter iets kleiner", vertelt paleontoloog Wallaard. Al gaat het nog steeds meer dan 15.000 manuren kosten, dus het duurt nog wel even voordat het skelet in het museum te zien is.