Operatie Olifant: massale aanval tegen fanatieke Duitsers op Kapelsche Veer
Soms leek het eiland wel een obsessie voor de legerleiding. Misschien had het ook met prestige te maken. Er lagen zeker 120 fanatieke Duitse para's ingegraven. Deze fallschirmjäger konden iedere aanval van zich afslaan.
Twee Poolse aanvallen en een Brits-Noorse commando-actie mislukten jammerlijk. Met extra troepen moest het toch eindelijk een keer gaan lukken?
Deze grootste militaire operatie in dit gebied ooit, kreeg de codenaam Elephant. Er waren wekenlang plannen gemaakt en oefeningen gehouden. Zo was er bij Waalwijk een kano-aanval uitgeprobeerd op het afwateringskanaal. Die beelden werden vertoond in het Canadese en Britse bioscoopjournaal.
Zware winter
De 26e begon ijskoud en mistig. Er lag een dikke laag sneeuw en er de omliggende rivieren zoals de Bergsche Maas waren bevroren net als de bodem. Graven was onmogelijk.
De geallieerde kanonnen in het gebied waren goed bevoorraad: 50.000 granaten lagen klaar voor een bommenregen. De kanonnen werden bemand door meer dan 1000 soldaten.
Ten aanval
Toen het nog donker was maakte de genie een enorm rookgordijn. Om zes uur 's ochtends schoten de eerste Canadese mitrailleurs op de noordoever. En om kwart over zeven kwamen de soldaten van alle kanten in beweging: Scharlo, Capelle en Besoijen. 1000 Poolse en Canadese soldaten waren opgetrommeld. Later kwamen daar nog 600 man versterking bij. Toen ze 10 minuten onderweg waren opende de geallieerde artillerie het vuur: ruim 200 kanonnen beschoten de Duitse fallschirmjäger in de dijken. Mortieren ondersteunden de aanval door onophoudelijk strategische plekken onder vuur te nemen. Het lawaai moet oorverdovend zijn geweest.
De geallieerden hadden Buffalo’s ingezet. Dat zijn rupsvoertuigen die kunnen varen. Ook carriers met vlammenwerpers reden mee. En Canadezen met kano’s vielen het eiland vanaf de Bergsche Maas aan.
Duitsers sloegen terug
De Canadese aanvallers kwamen al snel dicht op het hart van Kapelsche Veer, de kantonnierswoning. Dat is exact op de plek waar nu de boom en het monument staan. Maar ze konden niet door het Duitse prikkeldraad.
Er volgde een agressieve Duitse tegenaanval met machinegeweren en mortieren. Tientallen Canadezen raakten gewond of sneuvelden, onder wie majoor Herbert Lambert (33) Hij had als Amerikaan dienst genomen in het Canadese leger. Ook diverse Duitsers kwamen om in de gevechten.
Kano's getroffen
In de loop van de ochtend stak er wind op en die blies het rookgordijn weg. De geallieerden werden zichtbaar: ze kwamen vol onder Duits vuur te liggen. Vooral de kano-teams kregen voltreffers te verwerken. Ook de vlammenwerpers werden geraakt.
Doel was nu ook om geallieerde tanks in de buurt te krijgen. Aan de westkant werkte de genie aan een pontonveer om de tanks over te zetten. Dat was zwaar omdat alles vastvroor. Vanuit Besoijen aan de oostkant konden in de loop van de avond twee Sherman-tanks doorkomen, ter bescherming van de troepen.
'Brandende Duitsers'
Vuur van machinegeweren en kanonnen maakte veel slachtoffers op deze dag. Maar ook de kou zorgde er voor dat soldaten verkleumd waren en met ernstige bevriezingsverschijnselen uitvielen.
De taaiheid van de Duitsers was opvallend. Er zijn berichten van Duitse para’s die in brand vlogen en de vlammen uitsloegen of in de sneeuw het vuur ‘uitrolden’ en daarna verder vochten.
Geen doorbraak
Maar niet alles wat de vijand deed lukte. Toen het alweer donker was geworden probeerden de Duitsers versterkingen aan te voeren vanuit Dussen en Drongelen. Vijf Duitse boten vielen aan, maar ze kregen de volle laag. De kansen waren heel langzaam aan het keren.
De eerste dag leidde niet tot een doorbraak. Er waren wel wat doelen gehaald maar er was meer tijd nodig. En meer strijd: dagenlang.
Vrijdag is er een officiële herdenking van de Slag bij Kapelsche Veer. Die begin om 11:00 uur bij het monument aan de oever van de Bergsche Maas.