Altena steekt 800.000 euro in veerdiensten en hoopt dat provincie meebetaalt
Op jaarbasis gebruiken 365.000 passagiers de veerdiensten. Toch moet de veerdienst het al langer doen zonder structurele subsidie van de provincies Brabant en Zuid-Holland. “Er was een opstartsubsidie voor vijf jaar. Per jaar droegen de provincies Brabant en Zuid Holland 290.000 euro bij”, legt de wethouder uit.
“Dat we die structurele bijdrage zijn kwijtgeraakt, was geen verrassing. Dat wisten we, maar wij hopen gezien het belang van de veren dat de provincie alsnog en opnieuw structureel wil gaan meebetalen.”
'Geen openbaar vervoer'
“In 2016/2017 is opnieuw een afweging gemaakt wat taken en verantwoordelijkheden van de provincie zijn”, laat een woordvoerster van de provincie weten. “Veerdiensten vallen niet onder openbaar vervoer, daarom betaalt de provincie niet structureel mee. Dit hoort niet bij onze wettelijke taken.”
Overigens draagt de provincie wel bij aan veerdiensten, maar dan indirect: "Zo hebben we in 2019 ongeveer 40.000 euro subsidie verstrekt. Voor dit jaar 2020 komt dit neer op ongeveer 75.000 euro. Het is dus niet zo dat wij niet bijdragen aan de veerdiensten."
A27 en Merwedebrug
Ondanks de ‘rigide’ houding van de provincies Brabant en Zuid Holland als het gaat om structurele financiering is de gemeente Altena toch weer bezig om de provincie (Brabant) op andere gedachten te brengen. “Ambtelijk worden daar al gesprekken over gevoerd”, zegt de wethouder die uiteraard weet dat de veerdiensten niet als openbaar vervoer worden gezien. “Formeel is dat zo, maar wat ons betreft zou het wel een onderdeel moeten zijn van de concessie openbaar vervoer.”
Kansen op een structurele financiële bijdrage vanuit de provincie en of Rijkswaterstaat zijn er wellicht als in 2022 de verbreding van de A27 en de vervanging van de Merwedebrug gaan beginnen. “Ook daar speelt de discussie: welk openbaar vervoer ga je aanbieden tijdens de sluiting of gedeeltelijke sluiting van de A27. Daar hoort wat mij betreft ook de discussie over de veren bij”, vindt wethouder Hans Tanis.