Tilburgs 'corona-testlab' draait overuren: 'Het moet niet veel drukker worden'
Achter het raam van zijn werkkamer schudt Jean-Luc Murk zijn hoofd. Even niet binnen komen, is de boodschap. De tot corona-expert gebombardeerde medicus heeft een journalist aan de lijn, die hem het hemd van zijn lijf vraagt. Sinds het coronavirus in Nederland heerst, is hij een graag geziene en gehoorde deskundige in talkshows.
Dat is niet zo gek. Murk is sinds 2017 arts-microbioloog in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ), waar drie weken geleden de allereerste geregistreerde coronapatiënt in Nederland binnenkwam. Wat Murk over het coronavirus zegt, snijdt hout. Zijn kalme stem en toon zijn prettig voor het oor.
Oogvocht
In het op de begane grond gelegen laboratorium is dat niet anders. Ogenschijnlijk de rust zelve vertelt Murk over het lab dat aanvoelt als zijn tweede thuis. In deze periode van coronacrisis is hij hier in het ETZ regelmatig vaker te vinden dan thuis in Blaricum bij vrouw en kinderen. Murk wordt momenteel geleefd.
Jaarlijks zien tientallen collega-specialisten van het ziekenhuis en hij honderdduizend samples voorbij komen. Van ontlasting tot oogvocht en van huid tot botweefsel. “We onderzoeken alles”, zegt Murk gepassioneerd. En sinds kort dus ook: buisjes met daarin slijmvlies uit de keel, die worden onderworpen aan een coronatest. Dagelijks gaat het om tussen de 50 en 100 buisjes met mogelijk door het coronavirus besmet materiaal.
Rondleiding
Hoe het testen in zijn werk gaat, komt straks aan bod. Eerst een rondleiding door het lab, stelt Murk voor. Om daar toegang tot te krijgen moeten laboranten hun dagelijkse kleding bedekken door ETZ-jassen. Bezoekers trekken een wit, doorschijnend jasje voor eenmalig gebruik aan. Daarnaast desinfecteert iedereen die draaideuren open- en dicht zwaait de handen. Let daarbij goed op: de knop graag met de elleboog in drukken, de alcohol met de andere hand opvangen, en wrijven maar. Tot zover de voorzorgsmaatregelen.
Het lab bestaat uit één grote ruimte met tafels, computers en allerlei ingenieuze medische apparaten. Het lab oogt ruim, er staan geen schotten. Van de ene kant kijk je zo tientallen meters ver. Er zijn vier ‘blokken’. Telkens gebaseerd op basis van wat men test: bacteriën, antistoffen, DNA en virussen. Vrijwel het hele proces is geautomatiseerd, inclusief moderne robotstraat, zodat medewerkers minder meters lopen (‘en zo geen kostbare tijd verspillen’). “Binnen de microbiologie is dit echt top”, zegt Murk.
De meeste aandacht gaat deze weken uit naar blok vier, oftewel: blok ‘virus’. Hier arriveren buisjes met menselijk slijmvlies. Na een grondige analyse wordt duidelijk of er sprake is van coronavirus.
Veilig
Het door medewerkers fysiek uitvoeren van de test gebeurt op een veilige manier. Een vrouw bewerkt het ruwe celmateriaal tot het klaar is om de daadwerkelijke onderzoeksfase te doorlopen. Om te voorkomen dat zij besmet wordt, zorgt een afzuigsysteem dat eventuele dampen niet de ruimte in vliegen. Bovendien werkt de specialist van dienst deels achter glas en draagt zij onder andere handschoenen.
Aan het bewerkte materiaal voegen onderzoekers een speciale vloeistof toe. Hierdoor kan genetisch materiaal van het coronavirus zich vermenigvuldigen, als het virus aanwezig is. Het buisje komt in een soort centrifuge terecht, waarin het razendsnel rondjes draait. In combinatie met temperatuurschommelingen vermenigvuldigt het virusmateriaal zich. Zodra dat voldoende gebeurd is, kunnen analisten op computerschermen zien of er sprake is van een positieve test. “Het is een ingewikkeld proces”, vat Murk met gevoel voor understatement samen.
Schaars
Nijpend is het tekort aan coronatests. Hierdoor zijn eisen verscherpt. Alleen zieke personen uit risicogroepen komen daarvoor in aanmerking. Het is van groot belang dat de onderzoeken dan snel tot resultaat leiden. Enerzijds om besmettingsgevaar in de kiem te smoren, maar vooral om de toch al zieke persoon vlug een juiste behandeling in het vooruitzicht te stellen.
Dat leidt tot een toenemende werkdruk in het testlaboratorium. “We hebben normaal gesproken al veel werk”, stelt Murk. “Zeker nu ook een griepepidemie heerst. De coronaonderzoeken komen daar allemaal bovenop. Het is nog wel te doen. Maar het moet niet veel drukker worden.”
Bijbenen
Volgens Murk ligt het in elk geval niet aan ‘zijn’ mensen. Zij werken keihard door. “De beperkende factor zit hem in de apparatuur. Als we tien keer meer patiënten en tests binnen krijgen, wordt het wel erg krap. Al zullen we wel moeten: nu draaien we nog niet 24/7 door, dus je kunt de capaciteit nog wel uitbreiden.”
En als het echt niet anders gaat, dan kunnen ze in het ziekenhuislab altijd nog prioriteiten stellen. Of zoals Murk het treffend verwoordt: “We kunnen alles dat niet essentieel is, laten vallen. We doen bijvoorbeeld ook onderzoek naar schimmel onder teennagels. Het is natuurlijk heel vervelend als je daar last van hebt, maar als we zoiets even laten liggen, gaat iemand daar niet aan dood.”
LEES OOK: