Keuze tussen leven of dood op intensive care: ‘Een dienstopdracht die je nooit hoopt uit te voeren’
Stel: je hebt een afgemeten hoeveelheid water voor twee plantjes. Dat gaat natuurlijk prima. Wat als je dezelfde vloeistof over twee keer zoveel plantjes verdeelt. Dan redden ze het nog wel, maar niet van harte. En wat als je het water gebruikt voor zes plantjes? Dan gaan ze allemaal dood.
“Een slecht metafoor.” Zo noemt chirurg-intensivist Martijn Castelijns de vergelijking met de uitbreiding van 6 naar 12 intensive care plekken in het Elkerliek die hij zelf maakt.
“Om de juiste kwaliteit zorg te blijven leveren zitten we met 12 ic-plekken aan onze max. Deze verdubbeling gaat gepaard zonder verdunning van zorgkwaliteit. Maar als je daar overheen gaat, kunnen mensen overlijden omdat er fouten gemaakt worden. Vermijdbare fouten. Dat moet je niet willen.”
Nood-spoedeisende hulp
Tijd voor een uitgebreid gesprek met Castelijns en zijn collega Joost Frenken is er eigenlijk niet. De twee zijn drukbezet en hard nodig in 'hun' Elkerliek in Helmond. Werkdagen van 12 uur zijn geen unicum. Als ze toch even beschikbaar zijn en de hectiek langs zich heen willen laten glijden, heeft een gesprek buiten de voorkeur.
Tekst loopt onder de foto door.
De afwezige zon gooit deze vrijdagmiddag roet in het eten: tóch maar naar binnen. Op de eerste etage is plaats zat. Door veel geplande afspraken is een streep gezet of worden deze telefonisch afgehandeld. Het oogt hier daarom ongewoon stil en kalm. Gewerkt wordt er desalniettemin hard.
Vooral op verpleeg- en intensive care afdelingen is het aanpoten geblazen. Deze vleugels in het Elkerliek zijn verboden terrein voor buitenstaanders. Er liggen tientallen ernstig zieke coronapatiënten. Ook de spoedeisende hulp is aan het zicht onttrokken. In een opgetuigd noodgebouwtje waar personeel (niet-)coronapatiënten screent, liggen mensen op een extra afdeling. “Lokale ondernemers hielpen ons met de bouw”, stelt spoedeisende hulparts Frenken (38) uit Asten tevreden vast.
Niemand verzaakt, iedereen zet extra stapjes
“Wat we hier in een paar weken hebben opgebouwd, is ongekend. Corona staat nu wel centraal, maar we doen ons uiterste best ook andere zorg te verrichten. Niemand verzaakt, iedereen zet extra stapjes. Het is de saamhorigheid, de mentaliteit waarmee we in dit ziekenhuis de crisis te lijf gaan, waar ik echt trots op ben.”
Frenken krijgt coronapatiënten in het ziekenhuis vaak als eerste onder ogen. Zeventig, misschien tachtig procent heeft longklachten. De diagnose is vaak eenduidig: (dubbele) longontsteking veroorzaakt door het coronavirus. De impact is groot.
Een kijkje op de nood-spoedeisende hulp van het Elkerliek. Tekst loopt onder de video door.
Kwetsbaarheid
“Mensen zijn zieker dan anders. Het percentage dat naar de intensive care gaat, ligt hoger. Daarbij lukt zo’n behandeling ook lang niet altijd zoals je hoopt. Je voelt de onzekerheid, de kwetsbaarheid van patiënten. Maar ook de angst bij families. Dat is weleens heftig. Vooral als je bedenkt dat we dit nog lang moeten volhouden.”
Zodra patiënten op de intensive care van het Elkerliek belanden, is de kans groot dat Castelijns (42) hen onder ogen krijgt. Ruim zes jaar geleden startte de Eindhovenaar hier als intensivist.
De toestroom aan patiënten is groter dan de ic aan kan. Uitplaatsingen naar ziekenhuizen binnen en buiten Brabant zorgen echter voor lucht. Knelpunt is de lange ligduur op de intensive care, waar patiënten in coma aan de beademing liggen.
Twee patiënten zijn voldoende hersteld om naar de verpleegafdeling te gaan
“Bij veel mensen is geen vooruitgang te zien terwijl ze twee, drie weken op de ic liggen.” Er is ook goed nieuws: “Twee patiënten zijn voldoende hersteld om naar de verpleegafdeling te gaan.” Dat creëert weer iets meer ruimte op de cruciale ziekenhuisafdeling.
Of het voldoende is om elke persoon die een behandeling nodig heeft, deze aan te bieden? “Vooralsnog wel”, is Castelijns voorzichtig. Maar wat als daar geen ruimte voor is, zoals waar de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC) in ons land rekening mee houdt?
Ongemak
Het is een vraag die 180 graden indruist tegen de natuur van elke medicus. Het ongemak om na te denken en openlijk te praten over wie wel en wie niet geholpen kan worden wegens plaatsgebrek, uit zich bij Castelijns in een korte stilte.
Tekst loopt onder de afbeelding door.
De keuze wie zorg krijgt komt in de praktijk neer op een keuze tussen leven en dood. Patiënten komen op de intensive care terecht omdat ze zelfstandig niet meer in staat zijn te ademen. Apparaten nemen hier vitale lichaamsfuncties over.
De NVIC zag het mogelijke tekort aan capaciteit al in een vroeg stadium opdoemen. Onlangs voorzag de beroepsvereniging een handboek over hoe artsen dan moeten handelen van updates. Om het niet zover te laten komen, proberen ziekenhuizen 2400 plekken te realiseren: 1900 voor coronapatiënten, 500 voor anderen. Inmiddels bezetten 1360 coronapatiënten bedden: opnames lopen de voorbije dagen minder rap op dan vorige week.
Het dreigende tekort is daarmee zeker niet geweken. Zo zijn er extra richtlijnen opgesteld om artsen meer houvast te bieden.
Ik moet er niet aan denken dat dit werkelijkheid wordt
Als er landelijk geen leeg intensive care-bed meer voorhanden is, komt minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid in actie. Hij geeft dan het sein om over te gaan op selectie, ook wel triageren genoemd.
“Ik moet er niet aan denken dat dit werkelijkheid wordt”, zegt Castelijns na een moment van zwijgzaamheid.
Een team van specialisten bepaalt dan wie wél in aanmerking komt voor een intensive care-plek, welke ten koste gaat van een ander. “Behandelaars, potentiële behandelaars, collega’s van de spoedeisende hulp, internisten, longartsen en andere specialisten zijn daarbij betrokken. Alleen zou ik dat nooit willen doen.”
Leeftijd alleen is ordinair criterium
Het protocol is leidend in deze keuzes. Naarmate de druk op de intensive care toeneemt, kunnen eisen verscherpt worden om in aanmerking te komen voor een plek op de intensive care. Dit gebeurt wanneer eerder genomen selectiemaatregelen niet leiden tot het vrijkomen van capaciteit. Leeftijd, zoals vaak gesuggereerd wordt, is volgens Castelijns niet het enige ‘ordinaire’ criterium op basis waarvan zo’n keuze gemaakt wordt. Factoren die meespelen zijn onderliggende ziektes, conditie, hoe kwetsbaar iemand is, wat de prognoses zijn.
En ja: óók leeftijd.
De roep om meer bedden is in elk geval niet reëel
“Ik heb het draaiboek doorgelezen en opmerkelijk genoeg staan er niet eens hele gekke dingen in. Dat klinkt bijzonder, maar wat ik bedoel te zeggen is dat op basis van dezelfde criteria altijd al keuzes gemaakt worden. Ook vóór de coronacrisis voerden we dit soort gesprekken. Dan bepaal je samen met familie of een ic-opname zinvol is. Het pandemie protocol is directiever: dan maak je keuzes niet na een goed gesprek met de familie, maar met collega's.”
'Nicht im frage'
Dat Castelijns dit handboek mogelijk ooit in de praktijk zou moeten brengen, was een jaar terug ‘nicht im frage’. Hij is daar helder over: "Het is dan geen vraag, maar een dienstopdracht die je nooit hoopt uit te voeren."
“Ik kijk er heel erg tegenop en hoop dat we er ver van wegblijven. Misschien is er nog wel ergens vernuft en vindingrijkheid: patiënten naar ziekenhuizen buiten de landsgrenzen brengen bijvoorbeeld. De roep om meer ic-bedden is in elk geval niet reëel. Daar zit echt geen rek meer in.”
Lees alles over het coronavirus op onze speciale themapagina.