Karins coronadagboek: ‘Yes! Eindelijk iemand uitzwaaien, maar toen kwam de volgende er alweer aan'

9 april 2020 om 11:43 • Aangepast 16 april 2020 om 17:24
nl
Karin van der Staak (33) vertelt op verzoek van Omroep Brabant over haar werk bij het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg. Ze is verpleegkundige op de intensive care (ic), waar de meest zieke coronapatiënten belanden. Voor het eerst zag ze iemand enigszins opknappen en naar de verpleegafdeling vertrekken. “Yes!”
Profielfoto van Joris van Duin
Geschreven door
Joris van Duin

“Alsof je het over de duvel hebt. Een paar dagen geleden hadden we het er nog over: ik was eraan toe een coronapatiënt uit te zwaaien. Iemand die vanaf de ic naar de verpleegafdeling gaat: vooruitgang in plaats van verslechtering. Maandag was het dan zo ver, tijdens mijn ochtenddienst op afdeling 3. En ook al was hij niet ‘mijn’ patiënt, werd ik hier echt heel blij van. Yes!

De arts bepaalt altijd of iemand van de ic af mag. Met hem loop je 's ochtends ‘visite’. Dan kijk je hoe het met de patiënten gaat. Met mijn buddy-verpleegkundige zorgde ik maandag voor twee coronapatiënten die in een diepe kunstmatige slaap gehouden werden. Zij moeten nog wel even blijven.

Stapjes
Maar ergens anders op de afdeling ging het beter met een patiënt, een man van middelbare leeftijd. Twee weken lag hij op de ic, soms op zijn buik, af en toe op zijn rug. Maar steeds onafgebroken in coma aan de beademing.

Het wakker maken van een patiënt gebeurt heel voorzichtig. Het is niet zo dat we iemand wakker schudden, de zuurstofbuis eruit trekken en hem op het bed direct naar de verpleegafdeling rijden. Dit gebeurt in stapjes. De dagen ervoor dien je steeds minder zuurstof en spierverslappers toe, tot het moment dat de patiënt weer zelfstandig kan ademen.

Uitgeput
We halen de beademingsbuis langzaam uit zijn mond en proberen de patiënt dan gerust te stellen: je zegt dat hij in het ziekenhuis ligt vanwege het coronavirus en dat we goed voor hem zorgen. Zo iemand reageert daar vaak traag op, kan niet bevatten dat hij hier twee of drie weken in coma op de ic heeft gelegen.

Iets drinken kunnen ze nog wel, maar ze hebben vaak de puf niet om zelfstandig te eten. We dienen dan nog sondevoeding toe. Wat we de patiënt wel altijd vragen is om in een stoel te gaan zitten. Zo kijken we hoe zijn hartslag, zuurstofgehalte en bloeddruk reageren op deze lichamelijke inspanning. Dit gebeurt onder leiding van twee verpleegkundigen. Vaak zijn ze na een kwartier compleet uitgeput en willen ze weer in bed liggen.

De intensive care neemt iemand echt te grazen.

Dat is niet zo gek: na zo lang stil liggen verliezen ze veel spiermassa. Je kunt het vergelijken met een gebroken arm in het gips: die wordt uiteindelijk een stuk dunner. Dit gebeurt bij coronapatiënten met het hele lichaam. Ze hebben hier een flinke jas uitgedaan. Herstel duurt lang, patiënten moeten vol aan de bak. Een ic-opname is een aanslag op je lichaam.

Er wordt weleens gezegd: 'De intensive care neemt iemand echt te grazen.' Dat klopt, maar het gebeurt niet voor niets. Hier liggen mensen echt niet voor hun plezier.

Eindelijk
Maandag keek ik van gepaste afstand toe hoe de patiënt de afdeling verliet. Daar is hij dan. Eindelijk. Dit is wat we willen zien en waar we steeds op hopen. Daar staan we kort bij stil. Het is geen emotionele bedoening, maar iedereen is wel trots dat deze patiënt erdoorheen is. Hij is er nog lang niet, maar het begin is er.

Dat geldt ook voor ons. Even kreeg ik een fijn gevoel, dat het langzaam beter gaat. Maar toen hij weg was, duurde het niet al te lang voordat de volgende patiënt binnenkwam en alles weer van voor af aan begon."

Omroep Brabant blijft Karin volgen. Dit is het vierde deel van een terugkerende rubriek.

LEES OOK:

Lees alles over het coronavirus op onze speciale themapagina.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.