Brabantse doden bij scheepsramp en dwangarbeiders lopen uitgemergeld terug naar huis
Aan het Brabantse rivierenfront durven de vijanden zich te laten zien aan elkaar, zonder dat er meteen wordt geschoten. Op de bezette noordoever van de Maas bij Waalwijk zien Britse troepen witte vlaggen verschijnen. Kleine groepjes Duitsers beginnen met het opruimen van mijnen. Gevochten wordt er niet meer. De frontlijn blijft. Nog even.
De troepen houden de wacht in het voorjaarszonnetje. Aan de oevers van het Hollandsch Diep, Amer, Bergsche Maas en Maas zien ze de imposante zwermen met laagvliegende bommenwerpers van de geallieerden. De vliegtuigen zijn op weg naar hun Britse thuisbasis.
Daarnaast is Operatie Faust in volle gang. Honderden vrachtwagens brengen melk, vlees, koekjes, boter, suiker, kookgerei en medicijnen naar de uitgehongerde bevolking in Noord- en Zuid-Holland. Het transport van de in totaal 1600 ton voedsel gaat, via een omweg over Rhenen en Ede, naar deze provincies.
Uitgemergelde dwangarbeiders
De geallieerden hebben de voorbije weken al talloze Duitse dorpen gezuiverd. Ook de meeste concentratiekampen en werkkampen zijn inmiddels bevrijd. De weinig joodse overlevenden mogen naar huis, als ze daartoe in staat zijn. Door de gruwelijke ontberingen overlijden velen alsnog na de bevrijding.
Ook de honderdduizenden Nederlandse dwangarbeiders komen vrij. Buiten de fabriekspoort of werkkamp staat echter geen taxi te wachten. Wegen zijn onbegaanbaar, bruggen zijn vernield. Openbaar vervoer is er amper. Daarom lopen grote groepen dwangarbeiders vanuit Duitsland terug naar huis. Geen cent op zak en uitgemergeld.
Varend concentratiekamp
Hele gebieden zijn echter nog in handen van Duitse troepen. Deze eenheden jagen groepen gevangenen voor zich uit bij de zogenoemde dodenmarsen. Bij Hamburg worden grote groepen geëvacueerd met passagiersschepen. De schepen zijn zó vol dat velen niet mee kunnen. Op het strand worden ze doodgeschoten. Waarschijnlijk willen de Duitsers de schepen laten zinken om op die manier sporen uit te wissen.
Scheepsramp
In de Lübecker Bocht vaart het cruisechip de Cap Arcona. Aan boord zijn duizenden gevangenen van het kamp Neuengamme, onder wie veel verzetslui. De bestemming is onduidelijk. Vermoedelijk willen de Duitsers ook dit schip laten zinken.
Toestellen van de RAF nemen in deze dagen tientallen schepen onder vuur die naar Noorwegen proberen te vluchten. Bij het zien van de Cap Arcona en twee begeleidende schepen openen ze opnieuw het vuur. Waarom is onduidelijk, want de het is geen oorlogsschip. Onduidelijk blijft of de RAF-toestellen eerst zijn beschoten vanaf het cruiseschip. Het tv-programma Andere Tijden besteedde in een uitzending aan de ramp met de Cap Arcona.
Brabantse slachtoffers
Tijdens beschietingen en het bombarderen van het cruiseschip komen minstens zevenduizend mensen om het leven, de meesten in de vlammenzee. Onder hen ook bijna driehonderd Nederlanders. Onder hen, zeker 20 Brabantse dwangarbeiders. En een tiental verzetsstrijders uit Brabant behoren tot de slachtoffers. Mensen als Anton de Bruijn uit Sint Willebrord, Frans Swolfs uit Tilburg en Bert van Lee uit Geffen verdwijnen in de Duitse wateren. Slechts een kleine groep overleeft deze ramp.
Nabestaanden krijgen maanden - sommigen zelfs jaren - later definitief de bevestiging dat hun geliefde vader, zoon, neef of man dood was. Veel slachtoffers krijgen zelfs nooit een waardig graf.
Lees alles over de bevrijding van Brabant op onze themapagina.