Vele coronadoden in verpleeghuizen doen veel met de medewerkers: 'Maar er zijn ook lichtpuntjes'
Volgens cijfers van het RIVM en CBS zijn er in de eerste week van april in Brabant bijna drie keer zoveel mensen overleden als in een gemiddelde week voor de corona-uitbraak. Het zijn cijfers die De Jong niet verbazen. “Dat komt wel overeen met onze ervaringen. Wij zien ook dat er veel meer mensen overlijden dan normaal.”
Bij ons herstellen meer mensen, dan er overlijden.
Het is volgens haar niet vreemd dat juist in verpleeg- en verzorgingshuizen het virus zoveel slachtoffers maakt. “Mensen wonen niet voor niets in een verpleeghuis. Ze mankeren allemaal iets.” Daarbij is de gemiddelde leeftijd hoog. “Wanneer iemand dan besmet raakt, dan grijpt zo’n virus ook ontzettend hard om zich heen.”
Toch wil Wilma de Jong ook graag een kanttekening plaatsen. Het is niet zo dat oudere mensen die het coronavirus oplopen, daar per definitie aan komen te overlijden, zegt ze. “Bij ons herstellen meer mensen, dan er overlijden. Er zijn 280 mensen hersteld en 230 mensen overleden. Dat je per definitie overlijdt als je op hoge leeftijd het virus krijgt, dat is niet waar.”
Verdriet en onmacht is groot
Toch zijn het grote aantallen, 230 doden in de verpleeghuizen en de thuiszorg. Dat hakt er flink in bij de medewerkers. “Het feit dat dan in korte tijd zoveel mensen overlijden doet heel veel. Doordat bewoners geen bezoek mogen krijgen, zijn het verdriet en de onmacht van de familie heel groot.” Ze voegt toe: “We zijn gewend dat er mensen overlijden, ze komen bij ons in hun laatste levensfase. Maar we willen familie en verzorgers graag ondersteunen en dat kan nu allemaal niet.”
Dat er geen bezoek is toegestaan, maakt het vaak extra schrijnend. Toch begrijpt De Jong die maatregel wel. “Voor de mensen die hier wonen en al corona hebben, heeft het geen zin. Maar wel voor de mensen die het hier zouden kunnen oplopen en weer mee naar huis zouden nemen. Het is ter bescherming van de samenleving.”
Het werk is heel zwaar, maar zorgt ook voor veel verbondenheid.
Het is wel de vraag, hoe lang deze situatie nog houdbaar is. Als we moeten wennen aan het ‘nieuwe normaal’ en de anderhalvemeter-maatschappij. “Dat lijkt me voor de mensen die bij ons wonen iets verschrikkelijks. Je moet je dan de kwaliteit van het leven van mensen gaan afzetten tegen het risico dat ze lopen.”
Wel zijn er lichtpuntjes. Het aantal zieken en besmettingen neemt af. En het werk is heel zwaar, maar zorgt ook voor veel verbondenheid. “Mensen van kantoor die komen helpen, mensen die inspringen. Mensen uit de buurt die bloemen komen brengen. En paaseitjes. De verbondenheid is groot.”