Het leven na de intensive care is zwaar: 'Hersteltraject na COVID-19 kan zeker een half jaar duren'
"Mensen komen hier en kunnen soms nog niks. Ze kunnen nauwelijks goed slikken, hebben vaak nog sondevoeding, maar het enige dat ze willen is naar huis. Dan kunnen ze nog niet eens op de rand van hun bed zitten, hè. Als dat na een dag enigszins lukt, zeggen ze: 'Zo, dan wil ik nú naar huis.'" Emmy Hoefman is arts revalidatie bij Revant en werkt met de ex-coronapatiënten die soms weken op de ic hebben gelegen.
Maar dan komt na een paar weken de klap, dat je toch wel veel hebt meegemaakt.
Na zo'n opname hebben ze veel klachten. Het geldt uiteraard niet voor alle patiënten, maar meestal hebben ze fysieke beperkingen. Ze zijn heel zwak door spierverlies, ze kunnen hun hoofd niet eens optillen. De timing met slikken is een probleem. "Dan hebben ze iets in hun mond, maar wanneer ze moeten slikken weten ze niet. De timing is er niet", vertelt dokter Hoefman. "Ook hebben ze vaak moeite met dubbele taken. Praten en een boterham smeren is een groot probleem. Het zijn echt de kleine dingen, die opeens niet meer vanzelf gaan".
En niet alleen fysiek hebben ze een lange weg te gaan. Ook mentaal is er het een en ander aan de hand. "Aanvankelijk zijn ze heel angstig. Dat ebt weg na een paar dagen. "Dan denk je: o, het gaat wel redelijk", vertelt dokter Hoefman. "Maar dan komt na een paar weken de klap, dat je toch wel veel hebt meegemaakt. Hoe ga ik dat doen in de toekomst?"
Het thuisfront zit er emotioneel vaak helemaal doorheen.
Daar hebben ze veel hulp bij nodig. Van familie en vrienden, maar ook professionele hulp. Bij Revant krijgen ze ondersteuning van artsen, een fysiotherapeut, een ergotherapeut, een diëtist, een logopedist als slikken moeilijk is, en een psycholoog. Dokter Hoefman: "Dat geldt eigenlijk ook voor de familie. Het thuisfront zit er emotioneel vaak helemaal doorheen. Die moeten we ook begeleiden."
COVID-19 is een longziekte. Maar dat wil niet zeggen dat iedere (ex-)patiënt hetzelfde ziektebeeld heeft. Ook het herstel verloopt verschillend. "De één heeft meer last van de longen dan de ander", vertelt de ergotherapeute. "We checken bij hen continu het saturatiegehalte. Een apparaatje op de vingertop meet hoezeer het bloed verzadigd is met zuurstof. Daar let ik normaal nooit op, maar dat moet met deze mensen juist." Dat sommige patiënten relatief minder last hebben van hun longen wil niet alles zeggen. "Het kan op de lange termijn toch een groot probleem wordt."
We weten nog niet zo precies wat goed werkt voor deze mensen.
Als een ex-coronapatiënt binnenkomt, is het eerste waar de hulpverleners naar kijken hoe die er uitziet. Dokter Hoefman: "Hoe zit iemand erbij? We vragen aan de familie wat hij of zij hiervoor deed. Vaak kunnen ze dat niet zelf vertellen. Dan gaan ze een beetje zitten babbelen, raken de lijn van het verhaal kwijt."
Liselotte de Beer werkt als fysiotherapeute bij Revant: "De eerste week kijken we vooral naar de ex-coronapatiënt. Daarna gaan we een behandeltraject opzetten. Mensen met een zwakke ademspierkracht laten we bijvoorbeeld met een apparaatje tegen lichte weerstand ademen. Belangrijk is ook wat iemand moet kunnen om veilig naar huis te kunnen. Moet iemand kunnen traplopen thuis? Dan oefenen we daarin. Trainen doen we in het begin nog niet.
Hoe lang het hersteltraject duurt, is niet bekend. "Het zijn moeilijke, zware patiënten", zegt De Beer. "En we weten nog niet zo precies wat goed werkt voor deze mensen. Het is voor iedereen nieuw. We moeten nog heel veel onderzoek doen." Dokter Hoefman durft een voorzichtige schatting te maken: "Het kan toch echt wel een half jaar tot een jaar duren."