Vrijwilligers van het Rode Kruis brengen coronapatiënten naar huis in een speciale bus
Het is een hele operatie voor het Rode Kruis om patiënten te vervoeren. Coördinator Peter Maks laat de bus zien. Er is een schot gemaakt tussen de cabine en de rest van de bus. “De chauffeur zit in een coronavrij gedeelte”, vertelt hij. “Die blijft de hele tijd in de bus.” Een bijrijder, geheel in COVID-19-pak rijdt achterin mee met de patiënt. Bij thuiskomst op de post aan de Kromstraat in Oss wordt de bus helemaal ontsmet.
Op deze manier heeft het Rode Kruis Noordoost-Brabant al een handvol ritten gehad. “We vervoeren de mensen die vanuit het ziekenhuis weer naar huis kunnen. Zo kunnen ambulances worden ingezet waar ze harder nodig zijn”, zegt Maks.
“Twee weken geleden had ik een rit”, vertelt de coördinator. “Die vrouw bleef maar zeggen: ‘O, wat ben ik blij. O, wat ben ik blij’. Ze wilde handen en knuffels geven. Ik zei: ‘Hoe graag ik het ook zou willen, het mag niet.’”
Dat raakt je wel, dat maakt indruk.
Ook Jan van Vugt reed al een coronarit. “Ik was de chauffeur en hoefde dus niet in pak. Ik heb mijn collega geholpen om de strikjes op de rug vast te maken. Dan komt het toch wel heel dichtbij”, vertelt Jan. Normaal zie je in het ziekenhuis de mensen met het hele pak, mondkapje en bril op. Als dan je collega naast je staat met zo’n zelfde outfit dan raakt je dat wel. Dat maakt indruk.”
Toch waren de mannen en vrouwen van het Rode Kruis in de regio Oss nog niet eerder aan het werk. “We zitten midden in de coronabrandhaard”, legt Peter Maks uit. “Het Rode Kruis wilde ons in het begin uit de vuurlinie houden. Ook wij zouden corona kunnen hebben.”
We willen heel graag iets doen
Maar de handen van alle vrijwilligers jeuken wel enorm om iets te doen. Nu er geen (sport)evenementen of festivals zijn, ligt bijna al het werk van het Rode Kruis stil. “We zaten thuis en wilden zo graag iets doen”, vertelt Jan. “We hoorden op tv dat Rode Kruis-medewerkers in andere gebieden hielpen met brancards zetten en veldbedden opzetten. In Oss was helemaal niks.” Sinds twee weken zijn ze weer aan het werk.