Gedenkhoek voor vader en opa Huub van Gerwen (69): 'Zo raar dat ik jou nooit meer tegenkom'
"Jou nooit meer zien en horen is zo’n vreemde gewaarwording.
Op 20 juni zou mijn vader 70 jaar zijn geworden. Op woensdag 18 maart ging hij naar het coronaspreekuur, omdat hij klachten had die op corona leken. Daarna is hij opgehaald met een ambulance. Mijn zus Barbara en mijn moeder waren daarbij, ze hadden mij expres niet gebeld omdat ik een risicopatiënt ben. Mijn zus was voor de eerste keer in haar leven blij dat onze vader blind was. Vanwege alle witte pakken, brillen en mondmaskers.
Hij werd diezelfde avond nog aan beademing gelegd in het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven. Die zaterdag is hij naar Delft gebracht, daar is hij op 30 maart rustig ingeslapen. Hij heeft gelukkig niets meegekregen en geen pijn gehad. Ik heb veel respect voor de dokters en verplegers die ons hebben opgevangen.
Mijn vader was een echte spelletjesman toen wij klein waren. Sjoelen, Mens Erger Je Niet, dat vonden we erg gezellig. Hij was dan wel blind, maar stak graag overal zijn neus in. Hij was lid van een paar cliëntenraden en ging naar een koor in Son. Vroeger had hij ook een blindengeleidehond Pim, waar hij stad en land mee afreisde. Wij vonden dat soms best eng, een blinde man alleen naar Amsterdam met de bus en trein, maar hij deed het!
Hij zat graag achter zijn computer die helemaal spraakgestuurd was, dat was zijn ding om contact te houden. Vorig jaar kreeg hij nog een iPhone, die hij ook helemaal spraakgestuurd liet maken. Wij vonden het best knap dat hij daaraan begon en het lukte hem ook nog.
Hij was ook gek op zijn kleinkinderen. Ondanks zijn blindheid vond hij oplossingen om met ze te spelen, een balletje met geluid bijvoorbeeld. Stemmen hield hij als geen ander uit elkaar. Behalve de dochter en zoon van mijn zus toen ze klein waren, die kon hij nooit uit elkaar houden. Ze hielden hem regelmatig voor de gek. Ik hield hem ook vaak voor de gek met zijn kuikendonsharen, die paar sprietjes op z'n hoofd. Dan aaide ik hem over zijn bol en zei hij lachend: 'Schei toch uit, rotjong.'
Verder hield hij heel erg van wandelen. Hij had twee wandelmaatjes die hem elke week ophaalden om een stukje te wandelen. Daar genoot hij van. Als ik hem dan tegenkwam met onze herder, dan moest hij even kroelen. En als ik hem in de auto tegenkwam, dan toeterde ik en ging zijn blindenstok de lucht in om te zwaaien. Hij fietste vroeger ook op een race tandem, eerst in Rooij bij de Meierij en later in Son.
Het is zo raar dat ik jou nooit meer tegenkom."
Gedenkhoek
Het RIVM komt dagelijks met cijfers over coronaslachtoffers. Dit zijn niet alleen cijfers, dit zijn mensen. Wij willen de slachtoffers van het coronavirus een gezicht geven. Nabestaanden kunnen zelf hun geliefden eren, klik hier om een inzending te sturen.
Klik op de afbeelding hieronder om meer verhalen uit de gedenkhoek te lezen.