NAC-seizoenkaarten gaan weer als een speer: 'Een kwestie van geel-zwart bloed in je donder'
Ondanks een aantal sportief magere jaren gaat de seizoenkaartverkoop bij NAC nog steeds als een speer. Zelfs in deze coronatijd heeft de club er tot nu toe ruim 8700 verkocht. Daaronder zijn er 5712 speciaal in het leven geroepen gouden seizoenkaarten. Als er door de crisis geen publiek bij wedstrijden mag komen, volgt er geen restitutie. Vijf bekende NAC'ers proberen inzicht te geven in dit fenomeen.
Ad van den Bemt heeft al 61 jaar een seizoenkaart:
Ad van den Bemt, supportersvereniging/NAC Museum
"NAC-supporters zijn hondstrouw, het is de onvoorwaardelijke liefde voor de club. Het is heel simpel, gewoon een kwestie van geel-zwart bloed in je donder. "
Sydney van Hooijdonk, spits van NAC
"Je weet dat de supporters van NAC altijd heel vlot een seizoenkaart kopen, maar in deze tijd met corona is het wel heel apart. Ze weten niet eens zeker of ze straks wel bij de wedstrijden mogen zijn, maar ze kopen toch allemaal een seizoenkaart. Daar heb ik respect voor en ik denk niet dat iedereen dat zou doen. Ik denk dat ze elkaar een beetje opjutten. Je ziet dat de loyaliteit in Breda heel erg groot is."
"NAC is als naar de tandarts gaan, maar dan pijnlijker."
Ferry de Bont, bekend voetbaltwitteraar (heeft al 24 jaar een seizoenkaart)
"Net als de meeste diehards heb ik er geen vijf seconden over na hoeven denken om een gouden seizoenkaart te nemen. We gaan altijd met een hele club uit Hoeven en iedereen doet weer mee. NAC hoeft hiervoor eigenlijk niets te laten zien om mij te overtuigen. Het is voor mij hetzelfde als boodschappen doen, je gaat of je nu zin hebt of niet. Of als naar de tandarts gaan, want niemand verplicht het mij. Als is naar NAC gaan wel iets pijnlijker, haha."
Maarten Akkermans, stichting Samen voor NAC (heeft al 36 jaar een seizoenkaart)
"NAC zit in mijn biologische klok, ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Er was dan ook totaal geen twijfel om voor de gouden seizoenkaart te gaan. Zie het als een verslaving. NAC drijft op hoop. Bij NAC gebeurt ieder seizoen wel iets wat museumwaardig is. Elk seizoen gebeurt er in Breda wel iets bijzonders of spannends. Dit seizoen was dat bijvoorbeeld het bekertoernooi. Het hoort bij een volksclub."
Mattijs Manders, sinds 1 juni directeur van NAC
"Ik ben er nog maar pas en ik probeer iedere dag te begrijpen wat er nu achter zit. Het is eigenlijk een beetje ongrijpbaar. Maar wat ik hier in Breda en omstreken wel merk, is een gevoel van trots. De club hoort bij de stad en de stad hoort bij de club. Dat wordt bevestigd door dit aantal seizoenkaarten. We staan toch maar mooi op een vijfde plek in Nederland, terwijl we een niveau lager spelen. Dat geeft een gevoel van trots."