Welk insect hangt hier? Frans Kapteijns beantwoordt vragen in Stuifm@il
Gele libel
Op de openingsfoto zie je aan een stokje een gele libel hangen. Volgens mij hebben we hier te maken met een jonge platbuik. Je kunt duidelijk zien dat het achterlichaam enigszins plat is, vandaar de naam. Het is een nog jong exemplaar omdat de kleuren nog niet die zijn van een volwassen platbuik. Mannetjes van deze libel hebben een blauw achterlijf met gele vlekken aan de zijkant en vrouwtjes meer een bruin achterlichaam met wat grotere gele vlekken aan de zijkant. De platbuik komt vooral voor op zandgronden voor en het liefst bij plassen waar weinig plantengroei is. Je komt ze dus zeker tegen bij pas gegraven poelen, vijvers en plassen.
Ondergrondse bijen
Op de bovenstaande foto zie je een bij uit een gaatje kruipen. Volgens mij is dit een van de mooiere bijensoorten, namelijk de pluimvoetbij. Deze soort is vooral te vinden op zandgronden. Vaak zie je ze in de duinen, in heidegebieden maar je komt ze ook tegen in steden en dorpen op zandgronden. In die laatste gebieden zie je ze vaak bezig tussen tegels en kapot asfalt. Een van de bekendste plekken voor mij is het plein voor de kerk in Liempde. Het liefst zoeken ze omgevingen op die droog en warm zijn. Pluimvoetbijen graven zelf hun ondergrondse nesten. Daarbij is de lange beharing op hun achterpoten ideaal.
Op de muur klimmende muis
Op de foto hierboven zie je een diertje op een muur. 'Buuf' Adeline Besselink vraagt zich af wat deze klimmende muis daar doet. Ik denk dat dit een muis is die behoort tot de familie van de ware muizen. Je hebt in Brabant drie muizenfamilies: de ware muizen, de woelmuizen en de spitsmuizen. Ware muizen hebben een lange staart, grote ogen en grote oren. De ogen en oren zijn lastig waar te nemen op deze foto, dus is het ook lastig om de juiste naam hier op te plakken. Het zou een huismuis kunnen zijn, maar het kan ook een bosmuis zijn. Ware muizen zijn erg goede klimmers en kunnen op ruwe muren gemakkelijk twee meter omhoog klimmen. Wellicht nog wat meer. Dit klimmen doen ze omdat ze denken daar voedsel te vinden, een nest hebben op een bepaalde hoogte of om te vluchten voor gevaar.
Zwarte rupsen in de Hapertse wildernis
Op de bovenstaande foto zie je een heleboel zwarte rupsen met behoorlijke stekels. Op het zwart zie je ook wat witte kleine stipjes. We hebben hier te maken met de rupsen van een van onze mooiste dagvlinders, namelijk de dagpauwoog. Vanaf eind april kun je deze rupsen tegenkomen. Ze spinnen enkele bladeren van een brandnetel bij elkaarv - dit zijn zogenaamde spinselnesten - waarin ze dan gezamenlijk leven. Als die brandnetel kaalgevreten is, verhuizen ze met z’n allen naar een grotere, jonge grote plant en maken opnieuw een spinselnest. Zijn de rupsen in een later stadium wat groter, dan leven ze solitair en vooral bovenop de bladeren. De huid is dan ook gevuld met brandnetelsap. Veel vijanden van deze rupsen laten deze rupsen vanwege die sap dan verder met rust.
Veer van ekster of Canadese gans?
Op de foto hierboven zie je een donkere veer. Erik van Herwijnen vraagt zich af of dit de veer van een ekster is of van een Canadese gans. Persoonlijk vind ik het altijd erg belangrijk om ook locatie waar de veer gevonden is erbij te zetten. Zo kom je snel tot de oplossing. Als ik naar de veer kijk, mis ik een beetje de groenige glans op de veer, die zou duiden op de ekster. Ook de grootte van de veer doet mij meer denken aan de veer van de Canadese gans. Tot slot zie je aan de onderkant wat donzige witte veertjes zitten. Die horen naar mijn idee ook thuis bij een Canadese gans.
De gravende pluimvoetbij
Dingeman Snijders filmde een gravende pluimvoetbij. De pluimen van het vrouwtje op de achterpoten zijn lange haartjes. Die dienen als hulpmiddel bij het weggraven van zand. Ook worden er tussen de haren grote hoeveelheden stuifmeel vervoerd.
Witte tijger op de muur
Op de foto hierboven zit op een muur een geheel witte vlinder met allemaal zwarte stippen. De naam van deze vlinder is witte tijger. Witte tijgers zijn echte nachtvlinders uit de familie van de spinneruilen. Rupsen en vlinders van deze soort kom je tegen in heidegebieden, lichte bossen en duingebieden maar ook in graslanden en parken en tuinen in stedelijke omgeving. De rupsen van deze witte tijger eten graag brandnetel en zuring, maar je kunt ze ook vinden op vlierstruiken. Overdag kun je de witte tijgers rustend vinden op een boomstam, op een muur of in het gras. Altijd met de vleugels gevouwen in de vorm van een dakje. Bij verstoring krommen ze hun achterlijf en houden ze zich dood. Overigens worden ze niet door vogels gegeten vanwege de vieze en giftige smaak die deze nachtvlinders hebben.
Neushoornkever in Helmond
Op de bovenstaande foto staat een prachtige neushoornkever, zoals Anne van de Biesen al dacht. Zie ook de Stuifmail van 31 mei. Anne woont in Helmond en daar is deze kever aangetroffen. Overigens kun je op de website van de soortenbank lezen dat wij hier in Nederland aan de noordelijke rand van het verspreidingsgebied van deze kever zitten. De laatste twintig jaar komen vaker meldingen binnen van deze grote kevers, ook uit Brabant.
Penseelkever
Tot slot heeft Anne van de Biesen een heel mooie foto van de penseelkever toegestuurd en die wil ik de lezers van Stuifmail niet onthouden.
Natuurtip
Steden zijn vaak dichtbebouwd en versteend. Bij regenval kan de neerslag niet in de bodem infiltreren. De regen spoelt dan over het versteende oppervlak naar het riool. Vanwege ons veranderende klimaat hebben we steeds vaker te maken met hevige regenbuien. Bij extreme hoeveelheden neerslag is de rioolcapaciteit niet altijd toereikend om al dit regenwater op te vangen. Gevolg: overlopende riolen, vollopende kelders en straten die blank staan. Cijfers van verzekeraars wijzen op minstens tien tot vijftien miljoen euro schade per jaar aan huizen en bezittingen in Nederland door wateroverlast als gevolg van hevige neerslag. Tot zo ver het slechte nieuws, want er is ook goed nieuws! Je kunt namelijk zelf iets doen om de gevolgen van wateroverlast te beperken. Namelijk je directe leefomgeving watervriendelijk inrichten.
• Haal je tegels eruit en vervang ze door groen. Toch bestrating? Zorg dan voor regendoorlatende bestrating.
• Plaats je regenton aan het uiteinde van een pijpenstelsel dat water van een groot dakoppervlak afvoert. Of onder een pijp vanaf een schuur. Zo kan de regenton ook bij een lichte bui neerslag opvangen.
• Plaats je regenton op een verhoging. Onderaan zit een kraantje. Daar kun je dan mooi een emmer of gieter onder plaatsen.
• Zet de regenton niet naast de keuken of je terras. Muggenlarven voelen zich namelijk prima thuis in stilstaand water. Als die gaan uitvliegen, dan liever niet richting jouw keuken, toch?
• Nadert er serieuze vorst? Vergeet de regenton niet te legen. Door het bevriezen en uitzetten van het water kan de regenton stuk gaan.
• Geef een afgekoppelde regenpijp die in de tuin uitkomt een kleine hellingshoek mee te voor een goede afstroom.
• Zorg dat een afgekoppelde regenpijp loopt naar een plek in de tuin die het water op kan vangen. Liefst een paar meter van je gevel. En niet de verkeerde kant op, die van je keuken of kelder bijvoorbeeld.
Meer weten? Bekijk het handboek voor de watervriendelijke tuin op de website van Atelier GroenBlauw. In dit handboek vind je handige stappenplannen om een regenton te plaatsen, hoogteverschillen te creëren of regendoorlatende bestrating aan te leggen. Je kan ook informatie vinden op de website van Nature Today.