Corona is een goede oefening in wijsheid achteraf: ‘We zijn in één groot experiment beland’

27 juni 2020 om 10:00 • Aangepast 3 juli 2020 om 09:54
nl
Bart Berden (60) is tijdens de coronacrisis hét gezicht namens de Brabantse ziekenhuizen. Tot in Den Haag klinkt in de eerste weken zijn roep om hulp. De ziekenhuizen in Brabant dreigen te overspoelen met coronapatiënten, dus de rest van het land moet helpen. De horeca moet dicht om het virus in te dammen. Signalen die overal serieus worden genomen. Soms direct, soms na enig aandringen. “Dit virus is een goede oefening in wijsheid achteraf.”
Profielfoto van Lody TrepelsProfielfoto van Joris van Duin
Geschreven door
Lody Trepels & Joris van Duin

Als je Bart Berden ziet, zou je niet vermoeden dat hij al vele weken onder hoogspanning staat. Rustig neemt hij de tijd om terug te blikken op wat hem én de ziekenhuizen overkwam. In zijn werkkamer in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg vertelt hij op rustige toon over de stortvloed aan ernstig zieke coronapatiënten. “Het nam hier echt heel snel toe.” Over de enorme druk op zijn mensen. “Hun inzet verdient groot respect.” En over de enorme druk die hij uitoefende op Den Haag. “Ze zagen niet direct hoe ernstig het hier was.”

Als bestuursvoorzitter van het Tilburgse ziekenhuis werd Berden op 27 februari geconfronteerd met de eerste officiële coronapatiënt in Nederland. “Toen was het idee: we hebben hier één patiënt. Die moeten we goed isoleren, contactonderzoek doen en dan houden we het in de greep.” Die hoop was al heel snel vervlogen. “De dagen erna kwamen er zoveel patiënten waarvan duidelijk werd dat ze het virus hier hadden opgelopen. Toen wisten we: dit virus is al flink verspreid.”

“Je gaat het pas zien als je het door hebt.”

Natuurlijk, ook Berden wist dat er een nieuw virus rondwaarde in China. Ook Berden kende de schrijnende verhalen uit Italië. Net zoals ook het kabinet, het RIVM en de veiligheidsregio’s die verhalen kenden. Waarom werd er niet eerder ingegrepen? “Ik heb met wat mensen terug zitten kijken. Wat waren de signalen vanuit China en Italië. En verdomd: we hebben het toen allemaal gelezen, maar we zagen het niet. Het is een beetje een Cruyffiaanse uitspraak, maar je gaat het pas zien als je het doorhebt.”

Volgens Berden verklaart dat ook waarom het even duurde voordat het kabinet landelijk maatregelen nam, terwijl de situatie in Brabant al zo heftig was. Ze zagen het eerst nog niet. Toen ze het wél zagen was er ook het besef: dit heeft enorme impact. “Een minister is slim genoeg om direct te snappen dat de consequenties daverend zijn. Dus als zo’n minister van mij hoort dat wij denken dat het virus veel meer is verspreid dan gedacht, dan denkt hij ook: wacht even. Als we moeten gaan handelen, sjongejonge, dan gaat het land plat. En dat is nogal wat.”

“Huisartsen en verpleeghuizen hebben de ziekenhuizen gered.”

Berden zag hoe in zijn ziekenhuis de verpleegafdelingen en intensive care steeds voller werden. En hij hoorde het ook van de andere ziekenhuizen. Berden is ook voorzitter van het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ), een overkoepelende club van elf ziekenhuizen, huisartsen, GGZ en de verpleeg- en verzorgingshuizen. Samen trokken ze ten strijde, vroegen ze hulp aan ziekenhuizen in de rest van het land en gingen ze op zoek naar genoeg beschermingsmiddelen. Dat laatste bleek een grote uitdaging. Verpleeghuizen klaagden dat ze te weinig mondkapjes kregen en dat ze te lang vergeten werden.

“De focus lag toen vooral op de ziekenhuizen en de ic’s. Als je terugkijkt is dat heel leerzaam. Het leek erop dat de zorgcrisis vooral een ic-crisis was. Maar dat is echt een drogbeeld. Huisartsen en verpleeghuizen hebben de ziekenhuizen gered. Als we hen niet hadden gehad, hadden we het nooit aangekund. Zij hebben veel zieke patiënten op de juiste medisch-inhoudelijke en medemenselijke gronden hier weggehouden.”

Maar waarom kregen de ziekenhuizen dan voorrang bij het uitdelen van beschermingsmiddelen? “De verpleeghuizen hebben aandacht gevraagd en gekregen. Maar iedereen focuste op de ziekenhuizen. Daar lag de prioriteit.” Voelt u zich er verantwoordelijk voor dat de verzorgingshuizen daardoor minder spullen kregen? “Jazeker. Ik ben voorzitter van het ROAZ, dus ik ben daar zeker verantwoordelijk voor.”

“Verdomd, dat hadden we eerder moeten doen.”

Volgens Berden moet je dat - net als alle andere besluiten - wel in het juiste perspectief zien. Kijken naar het moment, naar wat toen bekend was over het virus, naar het sentiment in de samenleving. Carnaval verbieden vanwege een virus in China en Italië? Onmogelijk. “Als al één iemand ziende was geweest, dan had die te maken met een leger aan blinden.”

Hadden de kroegen eerder dicht gemoeten? Ja, eigenlijk wel. “Dan denk je: verdomd, dat hadden we eerder moeten doen. Maar dat is met de wijsheid achteraf.” En op dat vlak is dit volgens Berden een goede oefening. Een oefening in wijsheid achteraf. “Als je me vraagt, zijn er nou dingen gebeurd die vermijdbaar waren? Jazeker, dat is zo. Zijn er dingen gebeurd die verwijtbaar zijn? Nee, dat gevoel heb ik niet. We zijn in één groot experiment beland, waarin wij met geluk, wijsheid en improviserend vermogen tot een goede koers zijn gekomen.”

Ziekenhuisbestuurder Bart Berden is zondag om 12.00 uur te gast in de talkshow KRAAK op Omroep Brabant.

LEES OOK:

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.