Beriz Sehomerovic (62) overleefde de genocide in Srebrenica en blikt 25 jaar later terug
Trots laat Beriz een foto van zijn gezin zien. Zijn ene zoon is advocaat en de andere heeft een software-bedrijf. De familie Sehomerovic heeft het goed naar hun zin in Nederland, maar heeft een roerige geschiedenis achter de rug. In de jaren negentig vertrokken de kinderen met hun moeder vanuit Bosnië naar familie in Duitsland, maar Beriz bleef eerst nog achter.
Omdat hij vond dat hij zijn land, zijn ouders en zijn huis en bezittingen niet achter kon laten. Als de rust weer terug zou keren daar, zouden ook zijn vrouw en kinderen weer kunnen terugkomen. Maar dat liep allemaal anders.
"Ons huis en ook huizen van andere moslims in de buurt werden verwoest."
"In Srebrenica leefde in mijn jeugd iedereen gewoon met elkaar. Moslims, Bosniërs, Serviërs, Kroaten. Het maakte allemaal niets uit. Maar dat veranderde ineens snel en steeds meer mensen vertrokken. Je voelde gewoon dat er wat te gebeuren stond en mensen werden bang. Moslims zag je nauwelijks meer op straat en steeds meer Serviërs liepen gewapend rond."
Beriz heeft het over de aanloop naar 1992. De periode waarin het conflict in het voormalige Joegoslavië al snel naar een kookpunt ging. Partijen stonden tegenover elkaar en niemand wist eigenlijk waar het toe zou leiden en hoe de rust kon worden teruggebracht.
"Toen al werden mensen vermoord omdat ze moslim waren. Ik ben ook moslim, maar niet praktiserend. Ik ben opgevoed met het socialisme. Maar ik begreep wel dat mijn familie en ik ook gevaar liepen. Dat bleek wel, want ons huis en ook huizen van andere moslims in de buurt werden verwoest. Daar kwamen ook al mensen bij om het leven. Daarom zeg ik dat de genocide toen al begonnen was."
Een lange periode van geweld, dreiging, onrust en onduidelijkheid brak aan. De situatie in het voormalige Joegoslavië was complex en ook internationaal bestond er onduidelijkheid over een effectieve manier om de strijdende partijen nader tot elkaar te brengen.
"Het machteloze Dutchtbat-leger was niet opgewassen tegen de Servische overmacht."
"In 1994 kwamen de Nederlandse soldaten naar Srebenica. Zij zouden de moslims beschermen. Eerst waren ze verspreid op strategische plekken, maar steeds vaker verlieten ze veel van die plekken, omdat die werden overgenomen door Serviërs. De verklaring van de Dutchbatters was dat ze op andere plekken beter zicht zouden hebben, maar voor ons was het een gevoel dat het vluchten was en ze niks hadden in te brengen tegen de Serviërs."
De Nederlandse soldaten moesten onder de vlag van de Verenigde Naties proberen de strijdende partijen uit elkaar te houden. Maar de verhoudingen waren zoek. Het machteloze Dutchtbat-leger was niet opgewassen tegen de Servische overmacht onder leiding van generaal Ratko Mladic.
"Op 10 juli ging het echt mis in de enclave en brak de paniek uit onder de tienduizenden die daar bijeen waren. Want de Serviërs werden steeds gewelddadiger en schoten willekeurig in het rond op moslims en Kroaten. Zonder dat er serieus tegen werd opgetreden. Het eigen verzet was niet in staat om hier iets tegen te doen en ook de Dutchbatters deden niets. Gezegd werd door hun dat er de volgende dag militaire steun zou komen, maar zoals bekend kwam die niet."
Met als gevolg de verschrikkelijke genocide op 11 juli 1995, waarbij naar schatting zo'n 8000 mensen vermoord werden. Voor het oog van de wereld werd steeds duidelijker dat tegenstanders door het Servische leger uit hun huizen en dorpen waren verjaagd, gedeporteerd, gevangengezet, mishandeld, verkracht en vermoord.
"Ik werd neergeschoten en hield me levenloos."
Beriz Sehomerovic wist dat te voorkomen door de enclave te verlaten en met vele anderen de bergen in te vluchten. Ook daarbij kwamen veel mensen om het leven, maar Beriz wist na wekenlange omzwervingen veilig gebied te bereiken. Daar probeerde hij contact met zijn familie te krijgen.
"Uiteindelijk kon ik mijn oom bellen en daar was mijn moeder ook. Toen hij hoorde dat ik aan de lijn was viel hij flauw. Want de familie dacht dat ik ook omgekomen was."
Een hereniging zat er nog niet in, want daarvoor was de situatie in Bosnië nog te explosief. Daarnaast was Beriz tijdens zijn vlucht zwaar gewond en had hij dringend medische hulp nodig.
"Ik werd neergeschoten en hield me levenloos. Daardoor heb ik het overleefd, maar ik was er wel erg aan toe. Via, via kon ik toevallig hier in Nederland terecht. Eerst bij een arts in het Carolus-ziekenhuis in Den Bosch en later ook nog bij een Bosnische arts in Almere. Als vluchteling kreeg ik hier de papieren en was het mogelijk om ook mijn vrouw en twee kinderen te laten komen. Sindsdien zijn we ook Bosschenaar."
"Ieder jaar ben ik bij de herdenking."
Maar de betrokkenheid met zijn geboortestreek en wat daar gebeurd is, is natuurlijk gebleven. Daarom volgde Beriz het Joegoslavië-tribunaal op de voet en brengt de uitgebreide aandacht voor 'De val van Srebrenica' toch ook weer de nodige herinneringen naar boven.
"Ieder jaar ben ik bij de herdenking. Ook als een soort steun naar mijn bekenden die het niet overleefd hebben. Ik heb het een plek gegeven, maar vergeten kan ik het natuurlijk nooit. Velen daders zijn berecht, maar anderen moeten nog berecht worden. Of dat ook gaat gebeuren? Ik weet het niet."
Beriz reist nog regelmatig naar het land waar hij is opgegroeid, maar dat hij zag veranderen en waaruit hij uiteindelijk moest vluchten.
"Bijna iedere zomer gaan we terug naar Srebrenica. Maar behalve wat familie heb ik er niet veel meer. Het land en de stad is zo veranderd. Hier voel ik me nu thuis. Maar toch willen we er bijna ieder jaar weer naartoe. Een toekomst heb ik er niet meer, maar nog wel heel veel herinneringen."