Het Offerfeest begint voor veel moslims dit jaar niet in de moskee, maar in een openbare ruimte. Zo ook vrijdagmorgen op diverse plaatsen in Brabant, zoals Roosendaal, Tilburg en Den Bosch. Iedereen moest zijn eigen gebedskleed meenemen en afstand houden. Ook werd aangeraden om mondkapjes te dragen. "Samen zorgen we er zo voor dat iedereen zo veilig mogelijk het Eid-gebed kan bidden", was de boodschap. Zowel mannen als vrouwen waren welkom op het terrein van BVV, maar de vrouwen volgden het gebed op afstand, onzichtbaar achter grote groene schermen in de hoek van het veld. Zij mochten niet in beeld worden gebracht.

Het Offerfeest wordt gevierd ter nagedachtenis aan de profeet Ibrahim (Abraham). De profeet was bereid zijn zoon te offeren voor Allah. Vlak voordat de geblinddoekte profeet dit offer kon uitvoeren, verving Allah zijn zoon door een ram. In plaats van de jongen werd toen het dier geslacht. Ter ere van deze daad van toewijding offeren moslims elk jaar een dier tijdens het Offerfeest.

Bestuurslid Achmed Erassan van de Arrahmamoskee in Den Bosch glundert van trots. Hij is dolblij dat de moskeeën Arrahma en Attakwa de handen ineen hebben geslagen om samen dit massale gebed te houden. "Dit is echt heel bijzonder. Dit wordt nooit op deze manier gedaan. Ik ben ook heel blij dat het op deze manier door mag gaan. Het Offerfeest is toch een van de twee feestdagen binnen de islam."

Het begin van het Offerfeest verliep anders dan anders: