Landbouwminister Schouten wil ook in Brabant meer mestverwerkers
"Ik ben tevreden", zegt varkenshouder Frans Meulenmeesters. Hij wil samen met andere boeren uit Elsendorp een mestverwerkingsinstallatie bouwen voor 500.000 ton mest per jaar. De brief van de minister is een steuntje in de rug voor zijn plannen.
"Plaatsen vinden waar mestverwerkers kunnen worden gebouwd, is niet makkelijk."
Meulenmeesters kan dat steuntje ook wel gebruiken want hij is al bijna vijftien jaar bezig om zijn plan uit te voeren. Mestverwerkers roepen veel verzet op van Brabanders die bang zijn voor stank en heen en weer rijdende vrachtauto's. Het is een strijd die in veel gevallen tot aan de Raad van State wordt uitgevochten.
De provincie Brabant is op dit moment op zoek naar plaatsen waar mestverwerkers kunnen worden gebouwd. "Dat is niet makkelijk", vertelde de provincie tijdens een zitting bij de Raad van State over het plan van Meulenmeesters. De provincie stond daar tegenover de gemeente Oss die het bestemmingsplan van industrieterrein Elzenburg veranderde, speciaal om de mestverwerker tegen te houden.
Minister Schouten praat over 'de contouren van een toekomstig mestbeleid.' Grofweg komt het er op neer dat boeren mest op eigen land uitrijden (of op land van anderen in de nabije omgeving) of dat ze ervoor kiezen om de mest te laten verwerken. Maar er moet nog veel worden uitgewerkt en Schouten denkt dat dat nog wel zo'n tien jaar kan duren.
Schouten - én Meulenmeesters - denkt dat Brabantse varkensboeren straks op de mestverwerker zijn aangewezen. Meestal hebben ze niet genoeg land om al de mest van hun intensieve bedrijven uit te rijden.
"Als het rijk nog tien jaar neemt om mestverwerkingsinstallaties te bouwen, wordt de deadline van 2027 dus niet gehaald."
Nog een Brabander die de brief van de minister met veel interesse heeft gelezen, is Lambert Verheijen, de dijkgraaf van waterschap Aa en Maas. Schouten komt mede met haar nieuwe mestbeleid, omdat via de uitgereden mest nitraat en fosfaat in sloten en grondwater terechtkomen. Daar is de afgelopen jaren veel aan gedaan, zegt de minister, maar nog lang niet overal worden de normen gehaald.
Het Planbureau voor de Leefomgeving voorspelde in april dat dertig tot zestig procent van de wateren in 2027 aan de normen voldoet. Nitraat en fosfaat uit mest zijn daarbij niet de enige problemen.
Dijkgraaf Verheijen is het eens met de minister dat mestverwerking helpt om water schoner te maken. "Maar de brief is wel laat," zegt hij. Volgens de Kaderrichtlijn Water moet het water in Nederland in 2027 schoon zijn. "Als het rijk nog tien jaar neemt om mestverwerkingsinstallaties te bouwen, wordt die deadline dus niet gehaald," aldus de dijkgraaf. "En," voegt hij eraan toe, "over een half jaar zijn de verkiezingen. We moeten afwachten hoe het er daarna voor staat."
Milieuorganisaties - waaronder de Brabantse Milieu Federatie - zijn niet enthousiast over mestverwerking. Zij willen het mestoverschot aanpakken door een vermindering van de veestapel.