Jan (89) is al 50 jaar molenaar: 'De molen zit niet in mijn hart, de molen is mijn hart'
Het is het eerste dat hij 's ochtends ziet als hij beneden in zijn luie stoel ploft. De molen staat recht tegenover zijn huis. De schaduw van de wieken zoeft om de zoveel seconden door het kleine zijraam de woonkamer binnen. Jan geniet er zichtbaar van. "Ik ben als molenaarskind geboren. Dat krijg je er nooit meer uit."
Kijk hier naar een portret van Jan:
Noodlot
Zijn ouders kochten de molen in 1929. "Voor tienduizend gulden", zegt Jan lachend. Zijn moeder kwam uit een molenaarsgezin, zijn vader had er weinig kaas van gegeten. Maar hij leerde snel en hield de molen jaren draaiende. Tot het noodlot toesloeg. Jan was pas vijf jaar oud.
"Het was op 28 december 1936", zegt Jan. De molen draaide niet hard, er stond weinig wind. Hoe het kon gebeuren dat zijn vader een klap van een wiek kreeg weet niemand. Maar het gevolg was dramatisch. "Hij is voorover naar beneden gevallen met zijn handen in zijn zakken. Hij viel zijn hersens eruit." Jan weet het nog precies.
Deel van mijn leven
Waar je zou denken dat dat tot een afkeer van de molen zou leiden, ging het bij Jan anders. "Misschien ben ik juist daarom wel bij die molen gebleven. Het is een deel van mijn leven geworden." Zijn moeder hertrouwde, dit keer wel met een echte molenaar. Zo bleef de molen in de familie.
In 1970 verkocht het gezin de molen aan de gemeente. "Voor zeven en een half duizend gulden", zegt Jan. Hij werd er molenaar, tot op de dag van vandaag. Want nog steeds is hij er elke dag te vinden. "Als ik er niet meer naartoe kan, dan ben ik er zelf ook niet meer."
Nieuwe molenaar
Pijn deed het wel, toen de gemeente in 2007 op de stoep stond om met Jan te praten. "Ze vroegen mij voorzichtig of er niet een molenaar bij moest komen. Iemand die het van mij zou kunnen overnemen. Maar ik snap het wel. Ik heb ook niet het eeuwige leven.”
Het werd Marcel Voorneman. “Het was een eer om door Jan gevraagd te worden ‘zijn’ molen te gaan draaien. In 2008 werd hij officieel geïnstalleerd. “Jan heeft mij persoonlijk de sleutels overhandigd.” Er groeide een bijzondere vriendschap die tot op de dag van vandaag bestaat. “Ik ben op jonge leeftijd mijn ouders verloren. In Jan en zijn vrouw heb ik een soort van tweede ouders gevonden. We zorgen voor elkaar”, zegt Marcel.
Beeld van mijn vader
Voor de molen aait Jan liefkozend over de schouder van het beeld. Een beeld met een diepe betekenis voor Jan. “Het is een beeld ter ere van alle molenaars, maar het is gemaakt naar het evenbeeld van mijn vader.” Heel even valt hij stil. Dan zegt hij zacht dat het zoveel voor hem betekent. Voor hem en zijn hele familie.
Hij kijkt omhoog. De wieken ferm draaiend in de aantrekkende wind. “Dat is het mooiste dat er is. Als de wieken draaien, dan is het goed.”