Zo ziet de werkdag van een boa eruit tijdens de coronacrisis
Het is negen uur 's ochtends. Buitengewoon opsporingsambtenaren Paul en Tom gaan op pad om te controleren in het centrum van Eindhoven. Hun eerste bestemming is het station. Paul vertelt dat ze daar regelmatig overlast zien. "Er zijn vaak mensen die dakloos zijn en rond het station hangen. We proberen dat zo veel mogelijk te beperken."
Op het station zien de ze een aantal daklozen bier drinken. Na een korte discussie worden de blikjes weggegooid. Paul en Tom proberen afstand te houden, maar af en toe moeten ze uitwijken om niet te dichtbij te komen. Het valt Tom op dat ze steeds meer daklozen zien. "We zien heel veel Oost-Europeanen die dakloos zijn geworden en op straat zwerven. Ik denk dat die mensen ontslagen zijn door de coronacrisis."
"Mensen kunnen nu alleen maar winkelen of het bos in."
Tom en Paul maken zich ook zorgen over de drukte. Het is duidelijk drukker dan tijdens de eerste coronagolf. "Mensen kunnen nu alleen maar winkelen of het bos in", vertelt Paul. Tom vult hem aan. "Ik vind het echt te druk."
De boa's proberen de straten zo vrij mogelijk te houden, zodat het winkelend publiek er gemakkelijk langs kan. Zo lopen ze bij een aantal winkels naar binnen om de eigenaar te wijzen op het reclamebord. "Die moet een stuk naar achteren want nu staat hij midden in het looppad", zegt Paul. Zonder morren verplaatst de winkelier het bord.
Zo ziet een werkdag van de twee boa's eruit:
De boa-bonden hebben dit jaar meerdere keren actiegevoerd omdat zij meer verdedigingsmiddelen willen zoals een wapenstok, maar Tom en Paul zijn daar niet heel enthousiast over. "Ik weet niet of ik een wapenstok fijn zou vinden. Handboeien wel. Dan krijg je extra bevoegdheden die het werk makkelijker maken", zegt Tom.
Ook Paul heeft geen behoefte aan een wapenstok. "Ik werk ongeveer tien jaar als handhaver en een wapenstok heb ik nooit gewild. Handboeien zouden wel fijn zijn. Dan heb je geen politie nodig en dat maakt ons werk veel efficiënter."
De boa's lopen verder door het centrum. Hier en daar spreken ze winkeleigenaren aan op reclameborden. Verder blijft het rustig. Paul vertelt dat ze iets terughoudender zijn met hun handhaving. "We zijn er uiteindelijk om de stad te dienen. Dat betekent niet dat je alles moet aanpakken wat je tegenkomt", vertelt hij. Tom vult aan. "De mensen hebben het nu ook moeilijk. Maar bijvoorbeeld de grootte van groepen, daar gaan we wel streng mee om."