Bron- en contactonderzoek GGD flink onder druk, maar medewerkers draaien duimen
"Ik begin met honderden anderen dagelijks tussen acht en negen uur", zegt Henk, die niet met zijn echte naam genoemd wil worden. "Wij wachten dan op zogenaamde 'cases' die door de verschillende GGD's vrijgegeven worden voor bron- en contactonderzoek."
"Wij zitten soms met z'n allen drie tot vier uur duimen te draaien."
"Maar de eerste dossiers komen pas tegen het middaguur binnen. Wij zitten dus met z'n allen soms wel drie tot vier uur duimen te draaien. Dat is heel vreemd, want het aantal besmettingen neemt alleen maar toe. En wat dat wel niet kost. De geldkraan staat hier echt wagenwijd open, het stroomt gewoon de deur uit."
"Laatst waren we met 350 mensen om negen uur 's morgens bij een regio ingeklokt, maar de eerste dossiers kwamen pas weer om elf uur", vervolgt Henk. "En om één uur lag de boel weer plat vanwege een computerstoring. Eigenlijk hebben we het wel vaker niet zo druk. Als ik dan elke dag hoor hoeveel besmettingen er weer meer zijn, snap ik dat niet."
Henk en vele anderen worden dagelijks door de GGD Ghor Nederland via een externe partij ingehuurd en doen vanuit huis telefonisch bron- en contactonderzoek. Dat gebeurt tussen acht uur 's ochtends en acht uur 's avonds. Om dit goed te doen, hebben ze een week een opleiding gehad, bijvoorbeeld in Eindhoven.
"Het opmerkelijke is ook dat we niet eens meer de uitgebreide bron- en contactonderzoeken doen, maar een verkorte versie", vervolgt Henk, die ook een meer aansturende rol heeft. "Nu is het alleen de boel in kaart brengen en de mensen informatie sturen over hoe ze moeten handelen met thuisisolatie en dat ze hun omgeving moeten inlichten."
"Het doel is niet het honderd procent uitnutten van medewerkers", zegt voorlichtster Sonja Kloppenburg van GGD Ghor Nederland over het extra, extern ingehuurd personeel. "Het doel is kwantitatief en kwalitatief goed onderzoek doen. Elke ochtend worden de verschillende casussen bekeken en worden de risico's afgewogen. We kijken wie wat moet doen en wat past bij welke groep."
"Net als in oorlogstijd hebben we ook soldaten achter de linies."
"Deze medewerkers zijn onze flexibele schil. Net als in oorlogstijd hebben we ook soldaten achter de linies. Die sturen we naar voren als we ze nodig hebben. Het maakt niet uit dat ze soms maar voor zeventig procent ingezet worden, als ze maar honderd procent bijdragen aan het doel."
Hij weet het niet zeker, maar Henk heeft zo zijn vermoedens waarom het proces bij de GGD zo stroperig verloopt. "De computersystemen van de GGD's zijn verouderd", zo stelt hij. "Ik denk dat daar een pijnpunt zit."
"Afgelopen weekend hadden we inderdaad een grote storing en verder zal het netwerk er heus wel eens tien minuten uit liggen", zegt Kloppenburg van de GGD hierover. "Vergeet niet dat mensen thuis met andere verbindingen werken."
Maar Henk heeft nog een punt van zorg, dat ook de verslaggever opvalt als hij meekijkt. "De mensen zijn echt wel gemotiveerd, maar er wordt bijvoorbeeld niet gewerkt met targets. De landelijke GGD is opgesplitst in vijfentwintig op zichzelf opererende regionale GGD's. En de ene regio wil dan wat anders dan de andere. Daardoor weten veel nieuwe medewerkers niet meer wat ze moeten doen, zijn er veel vragen en dat kost veel tijd."
"We proberen hier het schip te redden."
Dit irriteert Sonja Kloppenburg. "In plaats van de normale 2000 bron- en contactonderzoeken doen wij er nu meer dan 10.000", zo zegt ze. "En leiden we nog eens 500 mensen per week op. We leveren echt fantastisch werk. Dan zijn er mensen die meekijken en vinden dat we de zaken maar even wat efficiënter moeten regelen. Maar we hebben geen jaar de tijd gehad om deze operatie te plannen. Ja, we kunnen vast efficiënter werken, maar we proberen hier het schip te redden."