Bij de spotprent is de juiste educatie essentieel: ‘Het is een lachspiegel, maar soms ook niet’
Als je op dit moment door het Tons Smits Huis loopt, het voormalig atelier van de gelijknamige cartoonist, zie je een tentoonstelling met Nederlands beste cartoons van dit moment. “Het zijn prenten die laten zien wat ons de afgelopen paar jaar bezighoudt, zoals de verschillende aanslagen of het coronavirus”, legt Hoorn uit. “Een spotprent is niets meer dan een vingerwijzing van wat er is gebeurd. Het is eigenlijk een spiegel die wij ons voor moeten houden.”
Volgens Hoorn kan zo’n spotprent daarom ook soms lachen zijn, maar ook wel eens confronterend. “Het is een uiting van artistieke vrijheid over een belangrijke gebeurtenis.” Dat maakt het volgens Hoorn ook extra belangrijk dat men, bij het bekijken van een spotprent, goed weet waarover de prent gaat.
In onderstaande video kijken we samen met Hoorn naar een spotprent uit het Ton Smits huis .
Erwin Hoorn geeft aan dat het juist nu belangrijk is dat scholen geschiedenis laten zien door middel van spotprenten en dat deze vervolgens zorgen voor discussie. “Aan de school is het de taak om leerlingen uit te leggen wat vrijheid van meningsuiting is en hoe je in een goed debat gaat over wat leerlingen wel en niet goedkeuren.”
Volgend jaar zou cartoonist Ton Smits honderd jaar zijn geworden. Om deze reden gaat het Ton Smits Huis de middelbare scholen in om daar een debat te voeren met leerlingen naar aanleiding van spotprenten. “Het is altijd noodzakelijk om in een juiste discussie met elkaar te blijven gaan.”