Piloten schrikken van botsing met drone: 'Dit had anders kunnen aflopen'
Het had een routinevlucht moeten zijn. Gebrevetteerde vliegers moeten eens in de twee jaar een herhalingstraining ondergaan. Piloot Sebas van Vugt steeg vrijdagmiddag op vanaf Eindhoven Airport met instructrice Marieke van Asten. Rond drie uur hoorden en voelden de twee een harde klap terwijl ze boven Veen vlogen.
‘’Dan sta je meteen op scherp en vraag je je af waar de klap vandaan komt. Het belangrijkste is om rustig te blijven en te controleren of alles nog normaal werkt”, zegt Marieke, die vliegles geeft bij Eindhovense Aeroclub Motorvliegen. "We zijn getraind in deze situaties en schakelen dan naar de afgesproken protocollen."
De twee ervaren vliegers bleven kalm en keerden terug naar het vliegveld. ‘’In de lucht bleek alles gelukkig nog te werken, maar we vermoedden wel dat we schade hadden aan het neuswiel of zelfs dat het was afgebroken.”
De vliegers kregen bij het landen hulp van de Luchtmacht. “Een Apachehelikopter heeft met een speciale camera gekeken naar verborgen schade. Het wielstel bleek in orde en we konden veilig de landing inzetten.”
"Ze weten niet waar ze mee bezig zijn"
Marieke en de piloot hebben beiden al heel wat vlieguren. "Het valt op dat er steeds meer dronegebruikers zijn en dat de regels vaak worden overtreden. Hobbyisten mogen tot honderdtwintig meter de lucht in met hun drone. Wij vlogen op 1800 voet, zo’n zeshonderd meter hoogte. Drones op deze hoogte zijn levensgevaarlijk. Andere vliegtuigen zien is al moeilijk, een drone zie je niet of pas op het laatste moment.”
De piloten hopen dat dronehobbyisten bewuster worden van de regels. ‘’De apparaten zijn goedkoper en toegankelijker geworden. Dit zorgt ervoor dat onervaren gebruikers ook de lucht ingaan. Die weten niet wat ze doen en hoe gevaarlijk dit is voor de luchtvaart. Niet alleen voor ons, maar ook voor de passagiersvliegtuigen.”