Te gladde nestkasten kosten jonge torenvalken in Leende de kop
Met een ladder en speciale matjes zijn Adrie Staals en Peter Kerkhof van de werkgroep Kerk- en Steenuil op pad. Ze gaan alle dertig nestkasten voor de torenvalk in en om Leende langs om ze aan te passen. "We moeten en nog vijf", vertelt Peter aan de rand van een appelboomgaard in Sterksel. Hier hebben ze donderdag de laatste nestkast op een hoge paal neergezet.
Kast of oud kraaiennest
De torenvalk bouwt zelf geen nest maar kiest vaak een oud kraaiennest. Soms gebruiken ze nestkasten waar ze zicht hebben op een open ruimte. Dan kunnen ze goed speuren naar voedsel. In Nederland zijn er vijf- tot zesduizend paren waarvan zo'n 60 procent in nestkasten broedt.
"Op die manier kunnen ze niet overleven"
"Probleem is dat de bodem van de kast te glad is en het stro er niet goed op blijft liggen. Daarom hebben de kuikens van de torenvalken geen grip", vertelt Peter verder. "Omdat we de kasten geregeld controleren en de jongen ook ringen, kwamen we erachter dat bij sommige kuikens de poten vergroeid waren. In plaats van recht naar voren stonden ze helemaal naar buiten. Op die manier kunnen ze niet overleven", legt Peter uit terwijl hij een hulpeloos kuiken imiteert.
Peter Kerkhofs laat zien wat het probleem is:
Grof matje
Een matje, dat eigenlijk is bedoeld om kikkers en salamanders uit een put te laten ontsnappen, is de oplossing volgens Adrie en Peter. "Hierop blijft het stro beter liggen en ook de eieren. Bovendien hebben de kuikens meer grip", aldus de mannen.
Als de torenvalken in april weer gaan broeden, gaan de leden van de werkgroep alle kasten weer langs om te kijken of de kuikens dan wel recht en stevige op hun poten staan.