Welk dier verstopt zich in deze dennenappel? Frans Kapteijns geeft antwoord op vragen in Stuifm@il
Dier verstopt in een dennenappel, hoe schattig
Op de werkelijk schattige openingsfoto zie je een klein kopje van een diertje in een dennenappel. Een heel bijzondere foto dus! Els van Genugten denkt dat het diertje een salamander is. Ik ben het daar volledig mee eens, maar dit is wel een bijzondere schuilplaats voor die salamander. De vraag is of dit een verstandige schuilplaats is. Ik hoop voor die salamander dat het geen winterverblijf is. Salamanders zijn koudbloedige dieren en bij te grote koude omstandigheden kunnen zij niet leven. Ze houden een winterslaap. Mooie plekken voor hen om te overwinteren zijn holen, plekjes onder boomstammen, delen van bomen of tussen boomwortels. Daarnaast zijn er salamandersoorten die overwinteren in de modder op de bodem van water. Dennenappels staan hier niet bij!
Wit spul op groen gras
Op de foto die Willy Thijssen mij stuurde, zie je op een aantal groene grassprieten een witte substantie. Het lijkt op een massa eitjes, maar dat is het niet. We hebben hier te maken met een myxomyceet ofwel een slijmzwam met de naam groot kalkschuim. Groot kalkschuim kan zich net zoals alle andere myxomyceten voortbewegen op in dit geval gras. Het melkwitte groot kalkschuim wordt naarmate het ouder wordt hoekiger en krijgt dan een meer open structuur. Daarna wordt groot kalkschuim donkergrijs en valt het heel veel minder op. Deze myxomyceet is meestal te vinden op dode of levende kruiden - ook gras - en op dood blad.
Is het een kever of toch een spin
Op de foto van Ger van Glabbeek zie je een wat hoekig zwart diertje met vooraan witte puntjes. Het lijkt heel erg op een kever, maar dit is het niet. Als je heel goed kijkt naar de foto zie je dat het diertje niet zes poten heeft, maar acht. Dan hebben we dus te maken met een spin of spinachtige. Bij die laatste groep horen deze diertjes, want kop, borststuk en achterlijf vormen een geheel. Dit zijn kleine bodem bewonende hooiwagens. Ze hebben nog geen Nederlandse naam en heten nemastoma bimaculatum. Ze staan nog als zeldzaam te boek in Nederland. Behalve in het zuiden, in Brabant. Daar zie je ze steeds vaker. Vermoedelijk is dit soort hooiwagens ten zuiden van de grote rivieren inmiddels vrij algemeen.
Gezwel groeiend op een berk
Op de foto die Jeanne Graumans mij stuurde, zie je aan een berkenboom een raar gezwel. Zij vraagt zich af wat dit is. We noemen zo’n gezwel boomkanker, maar die is niet fataal. Bomen kunnen er behoorlijk oud mee worden. Het is in feite een bacteriële infectie, die ontstaat als een boom op een bepaalde plek beschadigd is. Er moet echter wel een geïnfecteerde boom in de buurt staan. Naast bacteriën kunnen ook schimmels deze boomkanker veroorzaken. Op de plek waar die infectie plaatsvindt, gaat de boom zich beschermen door plaatselijke wildgroei. Soms blijft die infectie op een plek, maar die infectie kan zich ook over de gehele boomstam verspreiden. Insecten zijn hierbij vaak de transporteurs. De boomkanker op deze berk is al flink, maar het begint altijd als een klein ronde knobbel.
Vreemde vondst in de bossen
Sofie Pas heeft samen met haar vriend iets bijzonders gevonden in het bos. Ze stuurde mij verschillende foto’s. Op alle foto’s zie je duidelijk delen van een geraamte. Maar waarvan? Aangezien ik er ook niet uitkwam, ben ik contact gaan zoeken met mijn goede vriendin Annemarie van Diepenbeek. Zij vertelde mij het volgende: “Het is het heupbot (bekkenbeen) van een wat groter dier. De maat is op de foto niet goed te zien, maar vergelijkend met een mensenhand lijkt dit van het formaat ree. Iemand heeft dit aan een tak gehangen. De rest zal gewoon ergens op de bosgrond gelegen hebben, veronderstel ik. Vaak zitten er op skeletresten die al wat langer ergens in de natuur liggen ook kleine groefjes: knaagsporen van muizen of eekhoorns, die om hun kalkbehoefte wat aan te vullen eraan geknaagd kunnen hebben. Door de breedte van deze knaagvlakjes op te meten, kun je een idee krijgen van het formaat van die knager.” Tot slot meldde ze mij dat in haar nieuwe sporengids een overzicht hiervan te vinden is. op pagina 96.
Grote libel op een parasol
Op de bovenstaande foto zie je een mooie bruine libel met aan de voorzijde van het achterlijf blauwe puntjes. Ook op het borststuk zitten blauwe puntjes, dus hebben we te maken met een mannetje van de bruine glazenmaker. Vrouwtjes hebben die blauwe tekeningen namelijk niet. Bruine glazenmakers horen, zoals de naam al zegt, bij de familie van de glazenmakers. De naam glazenmaker is afkomstig van de gelijkenis met de glazenmakers van vroeger, toen er nog geen auto’s rondreden. Mensen die een kapotte ruit hadden, belden dan naar de glashandel en dan droegen de glazenmakers het glas in een raamwerk van latten op hun rug waardoor het leek alsof ze vleugels hadden. De vliegperiode van bruine glazenmakers start meestal begin juni en loopt tot ver in oktober. Je treft ze het meest aan in bosrijke omgevingen bij allerlei stilstaande wateren.
Herken de egel
Kees Vanger maakte bovenstaand egelfilmpje. De egel is een zoogdier uit de familie van de egels. Deze dieren komen in een groot deel van West-Europa voor.
De egel is ingevoerd in Nieuw-Zeeland. De eerste egels werden daar in 1885 uitgezet in Dunedin en Christchurch als bestrijder van ongedierte.
Kleine paddenstoelen die op een hertengewei lijken
Op de zeer fraaie foto van Els Peters zie zwartwitte steeltjes tussen het mos op een oude boomstam. Zij vraagt zich af of dit zwammetjes zijn met de naam hertengewei. Het is niet helemaal de juiste naam, maar ze zit in de buurt. Officieel heten deze kleine zwammen geweizwammen. Die naam hebben ze dan ook inderdaad te danken aan het feit dat ze lijken op een gewei van een hert. Deze kleine zwammen kunnen allerlei grillige vormen aannemen. Overigens is dit een van de zwamsoorten die je het gehele jaar kunt tegenkomen, maar je moet dan wel heel goed kijken. Ze zijn namelijk erg klein en bevinden zich meestal laag op de grond of tussen plantenmateriaal. Je moet dan letten op dode takken en stronken van loofbomen.
Natuurtip
Het Biesbosch MuseumEiland aan de Hilweg 2 in Werkendam
is sinds 19 november weer geopend. De Biesbosch is een uniek zoetwatergetijdengebied met een voor Nederland kenmerkende cultuurhistorie. Het gebied ontstond nadat in 1421 de Sint-Elisabethsvloed plaatsvond. Biesbosch MuseumEiland toont hoe mensen eeuwenlang met en tegen het water werkten, polders maakten en de natuur naar hun hand zetten.
Een bezoekje waard!
Bezoekers dienen rekening te houden met coronavoorschriften. Bekijk voor meer informatie omtrent het coronavirus en de gevolgen hiervan de website. Voor de openingstijden van het museum kijk je op de website van Biesbosch Museumeiland. De situatie kan wijzigen als het kabinet nieuwe coronamaatregelen bekend maakt. Houd dit in de gaten! Museumcafé Biesonder mag helaas tot nader order nog niet open.