De tweede lockdown: hoe komt het dat je daar op de weg zo weinig van merkt?
Afgelopen dinsdag reden er zo’n achttien procent minder auto’s op de weg dan voor de coronacrisis. Is thuiswerken niet meer de norm? Werkgeversorganisatie VNO-NCW Brabant-Zeeland voerde de voorbije periode campagne om het thuiswerken onder de bedrijven te promoten. Om daarmee een tweede lockdown te voorkomen. Schiet de campagne zijn doel voorbij? “Zeker niet. Er wordt juist enorm veel thuisgewerkt door bedrijven”, zegt Eric van Schagen, voorzitter van de VNO-NCW Brabant-Zeeland.
Een echte verklaring dat het druk blijft op de wegen heeft hij niet. “Ik hoor van met name middelgrote en grote bedrijven dat er voornamelijk wordt thuisgewerkt. Ik werk zelf ook thuis. Er is natuurlijk wel een verscheidenheid in bedrijven. Zo kunnen productie- en bouwbedrijven niet anders dan op locatie werken. Ook bij kleinere bedrijven is thuiswerken soms wat moeilijker te organiseren. Bovendien moeten er door de lockdown meer goederen over de weg vervoerd worden.”
"De verkeersdrukte was een jaar geleden vele malen erger."
Van Schagen concludeert wel dat de aandacht voor het thuiswerken in de maanden september en oktober enigszins verslapte. “Mensen hadden behoefte om elkaar weer eens te zien. Ik heb wel de indruk dat er wel wat meer particulier verkeer op de weg is. En het gaat de hele dag door. Er is minder sprake van een echte ochtend- en een avondspits. Waarschijnlijk zijn we al wel vergeten dat de verkeersdrukte een jaar geleden vele malen erger was.”
De voorzitter van de werkgeversorganisatie roemt de solidariteit bij de bedrijven. “Ik ben het helemaal eens met de maatregelen. Het is goed om met z’n allen morele steun te geven en daarmee de zorg te ontlasten. Veel zorgpersoneel moet doorwerken met de kerst en dan moeten wij zeker niet gaan klagen dat we er even niet opuit kunnen.”