Huub heeft geen nertsen meer, zoon Ruud probeert nu pioenrozen
De bedrijven waren besmet met het coronavirus, 2,4 miljoen dieren moesten worden geruimd. Kuijpers kijkt nu tegen lege stallen aan. Zijn zoon Ruud probeert in de sierteelt te gaan, pioenrozen en heesters.
Nederland heeft geen nertsen meer. Hoe moeten de voormalige nertsenhouders verder met hun lege stallen? De onzekerheid en het wantrouwen zijn groot. Wordt de schade wel voldoende gecompenseerd? Kunnen ze straks iets anders beginnen?
Het coronavirus maakte een vroegtijdig einde aan een sector die pas in 2024 op zou houden te bestaan. De impact is groot, zegt Martijn Pijnenburg van de LTO, die zelf ook nertsenhouder is geweest. Volgens hem zijn er 2500 banen plotseling verloren gegaan. De schade wordt geschat op 300 tot 500 miljoen euro en de emoties liepen hoog op: “Veel onzekerheid, angst en zorgen”, zegt Pijnenburg.
“Mensen denken dat we er rijk mee worden, maar het is echt niet zo dat hier de Staatsloterij binnen is gevallen.”
Inmiddels heeft de regering een pot voor compensatie beschikbaar. Daar zit 150 miljoen euro in. “Niet bepaald een regeling met een gouden randje”, zegt Pijnenburg. Kuijpers: “Mensen denken dat we er rijk mee worden, maar het is echt niet zo dat hier de Staatsloterij binnen is gevallen.”
De nertsenhouders balen dat ze voor 15 procent opdraaien voor de schade onder het mom van ondernemersrisico. En dat de vergoeding is gebaseerd op de prijzen van pelzen in de slechtere jaren. Ook gaat er geld uit de pot naar de uitvoering van de regeling. "Wat er overblijft, vind ik erg dun", zegt Kuijpers. "Het is nog de vraag of het ook echt uitgekeerd wordt. Eerst zien en dan geloven."
Huub Kuijpers en zijn zoon Ruud staan voor een flinke opgave. Het bedrijf is een half jaar na de ruiming nog steeds niet vrijgegeven. De stallen moeten eerst brandschoon zijn voordat er weer iets kan gebeuren. “En het zijn heel veel kooien die je schoon moet maken”, zegt Kuijpers.
Op een deel van het land is zoon Ruud in 2019 begonnen met de teelt van pioenrozen en heesters. “Dat was om ons voor te bereiden op het einde in 2024. Die drie jaren waren nog cruciaal voor ons. De sierteelt heeft nog een paar jaar nodig om te gaan lopen.”
"Het sneed me door de ziel."
Huub Kuijpers was 40 jaar nertsenhouder. Het plotselinge verlies van zijn dieren laat hem nog steeds niet koud. “Eerst werden de moederdieren ziek. Toen de puppy's. Het verspreidde zich vanuit een hoek van het bedrijf als een wolk over de rest. Je zag de pompende bewegingen van het moeilijke ademhalen.” Ook Kuijpers zelf en zijn vrouw werden ziek.
De ruimingen waren verschrikkelijk, vertelt hij. “Pasgeboren puppy's die nog niet eens konden kijken. Het sneed me door de ziel. Ik ben niet afstandelijk, ik was betrokken bij de dieren, maar ze waren ook mijn boterham. Zo stond ik er gewoon in.”
Boosheid is er nog steeds. “We zijn nog net niet als criminelen weggezet.” Martijn Pijnenburg van de LTO vindt dat minister Schouten een compliment verdient. “Ze heeft zich altijd op feiten gebaseerd. En ons als een normale sector behandeld.”
Het komt nu onder meer op de gemeentes aan om mee te helpen aan een toekomst voor de ex-nertsenhouders. “Gemeentes met veel nertsenhouders zie je wel in beweging komen”, zegt Martijn Pijnenburg. “Maar bij gemeentes met weinig nertsenhouders zie ik nog niet veel gebeuren.”
"Het is voor iedereen het beste als de nertsenhouders zo snel mogelijk verder kunnen.”
Maatwerk en flexibiliteit zijn nodig, volgens Pijnenburg. “Het is nu echt heel lastig om een nieuwe toekomst te vinden op dezelfde plek. Het zijn locaties met verschillende bestemmingen. Het duurt jaren om dat te wijzigen. Ligt een nertsenbedrijf bij een bebouwde kom? Dan kun je wellicht iets met wonen. Maar voor anderen is dat geen optie."
Kuijpers wil misschien een kas, maar daar moet hij wel toestemming voor hebben. Zowel hij als Martijn Pijnenburg zijn bang voor lokale hoofdpijndossiers met starre regels en stapels papierwerk.
Ze wijzen op de waarde van gezonde agrarische bedrijven voor de vitaliteit van het platteland en dorpen. “Want met 20 kampeerplekken op je bedrijf kom je er niet” zegt Kuijpers. “Je wilt ook geen rommel op het platteland”, zegt Pijnenburg. “Of criminaliteit. Het is voor iedereen het beste als de nertsenhouders zo snel mogelijk verder kunnen.”