Hersenen zijn dit niet, maar wat is het wel? Frans Kapteijns geeft antwoord op vragen in Stuifm@il
Op hersenen lijkende zwam
Op de foto die Kristel Hugten mij gestuurd heeft, zie je een paarse massa, een beetje in de vorm van hersenen. We hebben hier te maken met de paarse knoopzwam. De vruchtlichamen van deze toch wel bijzondere zwam kun je al tegenkomen vanaf augustus en ze zijn zeker tot december te vinden. Paarse knoopzwammen zijn saprofyt en komen zowel voor op loofhout als op naaldhout.
Wat gebeurt er toch allemaal bij het Meertjesven?
Sjef Leijten ziet in het Meertjesven bij Waalre allerlei bomen plat liggen. Soms door stormachtig weer, maar hij vermoedt ook door menselijk handelen. Daarnaast ziet hij allerlei gekleurde merktekens op de bomen staan. Hij vraagt zich af wat die betekenen en of dat ergens te vinden is. Voor mij is het lastig om over dit specifieke onderwerp wat te zeggen, omdat ik het niet goed genoeg ken. Natuurlijk zal er een beheerplan. Dat is vaak op te vragen bij de eigenaar van het gebied. In het algemeen kun je stellen dat er vaak te veel berkenbomen staan. Die worden dan gekapt zodat er variatie gaat ontstaan. Dat is bevorderlijk voor de biodiversiteit. Daarnaast is het bij berkenbomen zo dat als je die te laag afzaagt, er snel veel jonge scheuten opgroeien. Zaag je die bomen hoger af, dan gebeurt dit niet. De kleuren op de bomen geven vaak aan of ze gekapt moeten worden of juist moeten blijven staan. We noemen dit blessen. Tip: misschien kan Sjef eens contact opnemen met het IVN Valkenswaard-Waalre. Het secretariaat is te bereiken via telefoonnummer 040-201 47 27 of via e-mail.
Wat zit er toch op deze berkentak?
Op de ietwat wazige foto van Maria de Jong zie je een geel organisme op een oude berkentak. We hebben hier te maken met de gele trilzwam. Deze zwam is te herkennen aan het geleiachtige, gelobde vruchtlichaam dat goudgeel van kleur is en aan het feit dat deze zwam op loofbomen groeit. De vruchtlichamen kunnen twee tot zes centimeter hoog worden en twee tot vier centimeter breed. In het begin zijn ze oranjegeel, maar wanneer ze tot volle wasdom zijn gekomen, hebben ze een goudgele kleur. Naarmate ze verouderen, verbleekt de kleur tot zwavelgeel om bijna wit te worden als ze tot ontbinding overgaan. Deze soort groeit bijna het hele jaar door, vooral wanneer het aan het eind van de herfst koud begint te worden. Gele trilzwammen gedijen op dode takken en op stammen van diverse bomen die in de winter hun blad verliezen zoals beuken, eiken, essen, haagbeuken en hazelaars. Ze komen vrij algemeen voor. Het zijn geen eetbare paddenstoelen of zwammen.
Zeshonderd vreemde wezens op de stoep
Op de foto die Angelique Knobbout Gillis mij stuurde, zie een paar lichtbruine en grijze doorzichtige larven liggen. We hebben hier te maken met gevluchte emelten. Dit zijn de pootloze larven van langpootmuggen. Ik heb veel meldingen gekregen van mensen die echt honderden van deze dieren plotseling op hun terras of op stoeptegels vonden. In principe leven deze larven onder de grond. Ze eten daar de ondergrondse delen van veel soorten planten. Het liefst bevinden ze zich in graslanden of gazons. Daar brengen ze redelijk wat schade aan. Door de vele regenbuien van de laatste tijd - vaak achter elkaar - raken de gazons verzadigd en blijft het water daar op staan. Daar kunnen die emelten niet tegen. Die zoeken dan een goed heenkomen. Helaas voor hen treffen zij dan vaak harde ondergronden. Dan zie je ze massaal op een plek liggen. Mijn advies is dan: laten liggen, want ze vormen een ideaal kerstdiner voor vogels, muizen, egels enzovoorts.
Nu al jonge nijlganzen, kan dat?
Op de foto van Pieter van Herwijnen zie je dat er naast de volwassen nijlganzen ook jonge gansjes lopen. Hij vraagt zich af of dit normaal is of dat dit iets te maken heeft met de klimaatverandering. Op zich is dit geen vreemde verschijning, want nijlganzen broeden bijna het hele jaar door. Vroeger werd vastgesteld dat ze vanaf januari beginnen met broeden en daarmee stoppen in oktober. Maar tegenwoordig merk je dat ze al vanaf midden december jonkies hebben. Oorspronkelijk kwamen nijlganzen hier niet voor, iets wat de naam al aangeeft. Ze werden in ons land gehouden in avifaunaparken. Vervolgens zijn er een paar ontsnapt uit parken in Rijswijk en Wassenaar. Het allereerste broedgeval buiten de parken werd in 1967 vastgesteld op Scheveningen. Daarna is de populatie nijlganzen explosief gegroeid. Dit heeft te maken met het feit dat ze hier geen natuurlijke vijanden hebben. Tegenwoordig leven er in Nederland zo’n achtduizend tot 10.000 nijlganzen.
De kleinste fuut
Jozef van der Heijden was en paar jaar geleden om kwart voor zes 's ochtends op het Beleven in Reusel. Hij was daar om een video te maken van de dodaars. De dodaars is de kleinste uit de futenfamilie in Nederland en België, wellicht zelfs de kleinste van Europa.
Wat is de naam van die grote schimmel op de boom?
Op de foto hierboven van Dirk Kemner zie je een vrij grote zwam aan een boom. De buitenrand van de hoed van de zwam heeft een gebroken witte kleur. Meer naar de boom toe zie je dat deze zwam donkergrijs is. We hebben hier te maken met een echte tonderzwam. Het meerjarige vruchtlichaam van echte tonderzwammen is klok- of koepelvormig. Elk jaar groeit er een nieuwe laag aan, die bestaat uit een laag buisjes van twee tot acht millimeter dik. Echte tonderzwammen zijn van groot belang voor de voortplanting van veel insectensoorten, waaronder een aantal zeldzame kevers en sluipwespen. Deze leggen hun eitjes in het vruchtlichaam, waarop de larven zich tegoed doen aan het vlees. Maar ook voor de mens was de echte tonderzwam vroeger zeer nuttig. Feitelijk heeft deze boomzwam daar ook zijn naam aan te danken. Het vlees van het vruchtlichaam werd namelijk gebruikt voor het laten smeulen van vuur. Dit werd tot de zeventiende eeuw tonder genoemd. Later kwam de naam tondel in zwang, maar de boomzwam bleef de naam echte tonderzwam behouden.
Wat springt er nu op mijn bagagedrager?
Op de bagagedrager van Jacqueline van Boven sprong uit het niets dit prachtige groene insect. Haar vraag is of deze soort thuishoort in Nederland. Het antwoord is honderd procent ja, want we hebben hier te maken met het mannetje van de grote groene sabelsprinkhaan. Deze sprinkhanen zijn volledig groen en hebben als kenmerk een bruine streep op het midden van de rug, die vaak naar de kop doorloopt. Tevens hebben ze lange voelsprieten. Het zijn hele krachtige springers, die vaak bij verstoring of gevaar wegzweven. Maximaal een meter of tien, maar het begint altijd met een sprong. Mannetjes hebben geen legbuis - ook wel sabel genoemd - maar zingen wel. Dit doen ze door hun voorvleugels langs elkaar te wrijven. Het geluid wat zij voortbrengen, is tot op honderd meter goed te horen. Meestal starten ze daarmee in de namiddag, maar ze gaan hiermee vaak ook in de nacht door.
Natuurtip
Even buiten uitwaaien, genieten, bewegen en de gedachten verzetten in de natuur. Zeker in deze coronatijd, met alle bijbehorende beperkingen, is dit voor veel mensen heel belangrijk. Je kan dit onder meer doen bij het Laarzenpad bij Chaam.
Deze wandelroute start bij de Chaamse Beek, langs de drassige graslanden. Rechts zie je daar een kikkerpoel, waar vroeger runderen kwamen drinken. De naam Chaam is al eeuwenoud en stamt af van het Keltische camb, dat bocht in de rivier betekent. Omdat het dorp wat hoger ligt dan de beken eromheen, was de grond heel geschikt voor boeren om zich daar te vestigen en akkers te bewerken. ’t broek is een vervorming van het oude Germaanse woord broka, dat moeras betekent.
Wie hier eens wil wandelen, kan starten bij de Dassemussestraat 1 in Chaam. Informatie over de route kun je hier downloaden. Maar ook in andere natuurgebieden ben je van harte welkom. Wel vragen we je om respectvol met elkaar en de natuur om te gaan. Geef elkaar de ruimte en houd je aan de toegangsregels en de coronavoorschriften:
- Vermijd drukke plekken en tijdstippen. Zie je dat het ergens druk is, ga dan ergens anders heen.
- Geef elkaar de ruimte en houd altijd anderhalve meter afstand.
- Kom niet in groepen groter dan twee mensen (die ouder zijn dan 12 jaar en niet tot één huishouden behoren).
- Zoek nabijgelegen natuur op om onnodige reisbewegingen te voorkomen, kom bij voorkeur lopend of op de fiets.
- Blijf op de paden.
- Honden aan de lijn (met uitzondering van speciaal aangewezen hondenlosloopgebieden, zie de informatie op de toegangsborden)
- Laat papieren zakdoekjes en ander afval niet achter in de natuur.
- Volg de aanwijzingen op borden, posters en van de boswachters ter plekke op.
- Ben je verkouden of heb jij of een gezinslid koorts, last van benauwdheid of griepachtige klachten? Blijf dan thuis!
De coronavoorschriften kunnen dagelijks veranderen. Houd de website van de Rijksoverheid in de gaten voor het laatste nieuws en richtlijnen.