Van koekjesfabriek tot hotspot: de vader van de Verkadefabriek neemt afscheid van zijn kindje

6 januari 2021 om 19:30 • Aangepast 7 januari 2021 om 10:46
nl
De man die van een koekjesfabriek dé culturele hotspot van Den Bosch maakte, neemt afscheid. Jan van der Putten, directeur van de Verkadefabriek, gaat in juni definitief weg. In de Verkadefabriek kun je een filmpje pakken of theater zien, maar in het grand café kun je ook napraten of een hapje eten. Zoals bij alle culturele instellingen moet er geld bij, maar bij de Verkadefabriek is dat relatief weinig. Een unicum.
Profielfoto van Tom van den Oetelaar
Geschreven door

Zeg je Jan van der Putten, dan zeg je cultuur. Bijna veertig jaar is hij bezig. 22 was hij, hij studeerde nog, Theaterwetenschap. Toen huurde hij een pandje in de Triniteitstraat en daar begon hij een eigen theatertje: Bis.

In 2002 besloot de Bossche gemeenteraad dat er een nieuw filmhuis in de stad moest komen, Van der Putten zat klem met z’n theatertje en er was ook nog een productiehuis dat onderdak nodig had. Dat kwam uiteindelijk allemaal samen in een oude koekjesfabriek.

"Op eerste kerstdag waren we dicht, verder nooit."

De Verkadefabriek werd geopend in september 2004. Vanaf dat moment was er altijd bedrijvigheid. Dus het is raar om in de centrale hal te lopen zonder wachtrijen voor de bioscoopzalen. Het grand café is dicht.

Jan pakt de sleutel en gooit de deur open. Planten staan in de weg, stoelen en bureaus staan in de loop. Ook voor de directeur is het een onwezenlijke situatie: “Er moest hier altijd wat te doen zijn. Op eerste kerstdag waren we dicht, verder nooit. Daarom voelt dit heel wonderlijk.”

"Wij wilden een plek zijn waar mensen van verschillende pluimage echt graag komen, de hele dag."

Hij had vanaf het begin het idee dat het anders moest: “We vonden dat theater een plek was waar je af en toe kwam als er wat van je gading bij zat, maar dat je je er moeilijk mee verbond. Wij wilden een plek zijn waar mensen van verschillende pluimage echt graag komen, de hele dag. Dus dat betekent ook: iedere dag open.”

Het resultaat is meer dan Van der Putten durfde te hopen. Hij ging uit van 80.000 bezoekers per jaar, het werden er 300.000. En daar komen de cafébezoekers nog bij. “En we doen dat met minder subsidie dan waar me mee startten”, voegt hij er trots aan toe.

"Aan de kunsten zelf kun je niks overhouden."

De Verkadefabriek krijgt ruim zes ton subsidie van de gemeente, dat is 16 procent van de totale inkomsten: “Onze filosofie is altijd geweest: aan de kunsten zelf kun je niks overhouden. Maar laten we dan wel zorgen dat alles wat mensen verder uitgeven aan parkeren, eten en drinken wel bij ons terecht komt. Dan kunnen we dat allemaal weer in de kunst steken.”

In een van de vijf filmzalen staat hij voor het witte doek en kijkt hij om zich heen. Nog een half jaar heeft hij, dan is het voorbij: “Het duurt gelukkig nog even, maar ik kijk er ook naar uit.” Over de toekomst van zijn Verkadefabriek maakt hij zich geen zorgen: “Dit komt terecht. Ik koester het als mijn kindje, maar ik kan er ook goed van een afstand naar kijken als ik de baas niet meer ben.”

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.