Maarten van der Weijden tevreden na triatlon: 'Mijn bovenbenen doen best wel pijn'
"Mijn bovenbenen doen best wel pijn. Maar dat is logisch na gisteren." Van der Weijden klinkt opgewekt, de dag nadat hij 180 kilometer op zijn zolder heeft gefietst, ruim 42 kilometer hardgelopen en in zijn tuin 3,8 kilometer gezwommen. "Mijn knieën, kuiten en voeten gaan wel en dat zijn de blessuregevoelige plekken, dus ik ben heel blij", aldus Van der Weijden.
Het geld gaat naar TIPZO, een onderzoeksproject dat is gericht op betere zorg voor mensen met ongeneeslijke kanker. Van der Weijden begon zaterdagochtend om acht uur aan zijn sportieve krachttoer. Negen uur en twintig minuten later zat het erop.
Ik geef alles, maar wat is alles?
"Ik ben blij met mijn tijd", klinkt het aarzelend. "Ik heb de eigenschap dat ik altijd meer wil. Ik geef alles, stond er gisteren op mijn rug geschreven. Maar als je iets voor het eerst doet, weet je niet wat alles is. Ik had eigenlijk onder de negen uur gewild, maar toen ik aan het lopen was dacht ik, dat lukt niet."
Het gaat natuurlijk niet om de sportieve prestatie, dus die tijd is bijzaak en de meeste van ons doen het hem niet na. Maar zo werkt het niet helemaal voor de olympisch kampioen. Zijn stichting heeft de afgelopen jaren al wat grote evenementen georganiseerd rond zijn sportieve uitspattingen voor het goede doel. In dit coronajaar moest hij het echt allen doen, geen duizenden mensen die hem langs de kant aanmoedigen zoals bij zijn beide Elfstedenzwemtochten.
Het voelde toch heel erg als samen
"Het ging goed, maar het was wel wat gek", vertelt Van der Weijden. "We konden nu niet echt samen sporten, maar virtueel was ik samen met 160 mensen door het hele land aan het sporten om heel veel geld in te zamelen. Dat was in deze rare tijd wel heel bijzonder en het voelde toch heel erg als samen." Op de vraag of hij deze triatlon volgend jaar nog een keer gaat doen, klinkt een harde lach, maar de bevestiging blijft uit.