'Wat door kan gaan moet je laten doorgaan', Stefan Wessels over de basketbalcompetitie
Stefan Wessels (36) is aanvoerder van de Bossche basketballers die zaterdag beginnen met een uitwedstrijd tegen Den Helder.
Het coronavirus houdt Nederland in haar greep. Is het het waard om met alle maatregelen nu weer te gaan basketballen?
“Het is heel lastig omdat we allemaal beseffen dat de gezondheid van iedereen het belangrijkste is. Ik denk wel dat het goed is om dingen die door kunnen gaan ook door te laten gaan. Basketballen zonder publiek en redelijk geïsoleerd dat kan in mijn ogen, maar het is een dubbel gevoel.”
Hoe ziet jouw leven er op dit moment uit?
“Het leven is redelijk sober. Ik train in de Maaspoort en ben thuis, verder probeer ik zoveel mogelijk binnen te blijven. Ik zie weinig mensen behalve mijn vrouw en kinderen en mijn ploeggenoten.”
Is het te doen om als topsporter te leven in coronatijd?
“Het is schakelen. Ik ben bijvoorbeeld gewend om na de training thuis te rusten en bij te komen. Dat is nu anders want mijn twee kinderen zijn thuis en ook mijn vrouw werkt thuis.”
In oktober toen de basketbalcompetitie twee speelrondes oud was, legde het kabinet alle sporten stil behalve het voetbal. Wat vond je van dat besluit?
“In oktober voelde het erg oneerlijk want ik vind dat wij net zo professioneel zijn als het voetbal. Ik begrijp ook nog steeds niet waarom voetbal wel door mocht gaan en wij niet. En toen kregen we in december in de lockdown te horen dat we wel weer mochten basketballen, terwijl toen bijna alles stopte. Dan kom ik weer terug bij dat dubbele gevoel.”
De ambitie is om voor de 17e keer kampioen van Nederland te worden. Hoe staan jullie er sportief voor ?
“Het is heel vreemd, heel anders ook dan normaal. We moesten met de voorbereiding echt van voor af aan beginnen. Normaal staat daar zes of zeven weken voor en dat moest nu veel korter. Maar we moeten er het beste van maken.”