Het enige echte vaccin tegen corona komt uit een brouwerij, zeggen de bedenkers
Onze collega’s van ’t Brabants Buske namen de proef op de som. Niet omdat ze ziek zijn, wel omdat ze benieuwd waren naar het geheim van de smid. Want stel eens voor dat ze besmet zouden raken. Nou, het enige virus dat Ellis en Eva opliepen, was dat van … carnaval. Ja, zelfs in deze pandemie.
“Van al die officiële vaccins weet je ook niet wat erin zit.”
Vader en zoon Dommisse hebben het slim aangepakt. Ze hopen, ondanks alle ellende die COVID-19 sinds een jaar wereldwijd aanricht, een slag te slaan met hun ‘Carnaval’s vaccin’. Het is verkrijgbaar in twee soorten, vertelt de jongste van de twee. En wil je echt baat hebben bij deze remedie, dan moet je eerst een paar pilsjes van deze biersoort achterover slaan en je dan verlustigen aan de triple-variant, het zo zou in de bijsluiter kunnen staan.
Maar waarom zou deze variant helpen tegen corona? Daar is toch amper iets tegen opgewassen? Joost wil niet verklappen wat er in hun drankje zit. “Maar dat weet je van al die officiële vaccins evenmin en die moet je ook vertrouwen”, aldus de brouwer.
“We begonnen in de keuken, maar daar werden we door mijn moeder weggejaagd."
Mocht je twijfelen, hou je dan vast aan de tekst die op het etiket staat: ‘Ah, oh, oh, oh, steejing alaaf!’ Hier zijn al heel veel mensen oud mee geworden. Eén ding is zeker: het bier kan snel op de markt komen, rapper dan welk vaccin dan ook. Mede door de inzet van onze Buske-medewerkers aan de lopende band (etiketteren kun je leren), staan de eerste dozen met flessen van ‘Carnaval’s vaccin’ al klaar.
't Brabants Buske nam een kijkje achter de schermen bij de brouwerij. En onze collega's mochten natuurlijk ook even proeven:
Het bedrijfje is overigens een uit de hand gelopen hobby. “We begonnen in 2013 in de keuken, maar daar werden we door mijn moeder weggejaagd. Vervolgens zijn we in de schuur van start gegaan. Het blijft leuk om te doen, al gaat zeventig procent van de tijd die we erin steken op aan schoonmaken van de tanks, de afvoer, de vloer. En die andere dertig procent? Die besteden we aan kwaliteitscontrole”, vertelt Joost met een gulle lach, terwijl hij nog een slok neemt (net als onze collega’s overigens).
LEES OOK: